De belangrijkste zaak blijft echter of een en ander voor de landbouw wel uitgevoerd zal kunnen worden. Hierover heeft het congres zich gebogen en wij willen tot slot enige aanbevelingen geven van de verschillende studiecommissies van het congres. Aanbevelingen commissies De eerste commissie, die de wereldvoedsel voorziening behandelde, acht een positievere houding tegenover geboorteregeling noodza kelijk om profijt te kunnen trekken van de ver hoogde voedselproduktie. De tweede commissie, die zich bezig hield met de verhoging van de welvaart en de ver betering van het dieet, is van mening dat het door hen bestudeerde alleen bereikt kan wor den als de voedselproblematiek wordt inge past in de economische planning in het alge meen. Verder zal de FAO speciale aandacht moeten wijden aan de ontwikkeling van graan soorten met hoge opbrengsten en met een hoog gehalte aan eiwit van goede kwaliteit, en aan de vergroting van de groenteproduk- tie. Ook de visstapels zouden beter kunnen worden gebruikt. De derde commissie, die de problemen van de agrarische bevolking in de ontwikkelings landen heeft bestudeerd, stelt dat er in ver band met de bevolkingsgroei op het platte land veel aandacht zal moeten worden be steed aan het werkgelegenheidsprobleem, speciaal voor de jongeren. Zij vindt overigens het sociale onrecht het meest fundamentele probleem. De FAO heeft volgens de commis sie de taak de publieke opinie te mobiliseren voor drastische veranderingen in de land bouwstructuur. Nadat een aantal afgevaardig den hun ongenoegen over de aanbeveling had uitgesproken, omdat deze geen 'tanden' had, zijn nieuwe lijnen geformuleerd die een beroep doen op de regeringen om so ciale hervormingen tot stand te brengen. De vierde commissie, belast met de bestude ring van de ontwikkeling van de handel en de handelspolitiek, acht een jaarlijkse toename van de deviezen uit hoofde van de export van tropisch-agrarische produkten voor de ontwikkelingslanden met zes procent nood zakelijk, om in staat te zijn kapitaalgoederen, onderdelen en grondstoffen in te voeren. Op het moment verwacht men een jaarlijkse stij ging van vier procent. De ontbrekende twee procent zou overbrugd kunnen worden door een voortdurende toeneming van de hulp aan de ontwikkelingslanden, door een grotere op brengst van de export van fabrikaten en half fabrikaten of door een grotere autarkie van de ontwikkelingslanden die zou kunnen wor den bereikt door sub-regionale of regionale samenwerking. De vijfde commissie, die de mogelijkheden van hulp uit de publieke sector bestudeerde, wil dat de overheidshulp in 1980 grotendeels verstrekt zal worden in de vorm van schen kingen en 'zachte leningen', waaraan geen aankoopverplichtingen in het schenkingsland verbonden zijn. Tevens zou via een schuldsa- nerings- en herfinancieringspolitiek bereikt moeten worden dat de ontwikkelingslanden voortdurend en in toenemende mate financi ële hulp kunnen krijgen. Verder wil de com missie de infrastructuur van de internationale 294

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 12