ken en de landbouwkredietinstellingen ter hand genomen. Het gaat hierbij om een sa menbundeling van een groot aantal zelfstan dige instellingen en het is duidelijk dat dit een gecompliceerde en omvangrijke operatie is. In 1969 zijn ook de bij de Nederlandse Spaarbankbond aangesloten spaarbanken tot de Bankgirocentrale toegetreden. De tendens tot concentratie van banken heeft hiervan een stimulans ondergaan. Voor kre- dietverlenende instellingen kan overboeking naar andere banken tot verlies van liquiditeit leiden. De banken kunnen zich hiertegen wapenen door ervoor te zorgen, dat overboekingen van cliënten zoveel mogelijk plaatsvinden naar rekeninghouders van dezelfde bank. Het ge volg hiervan is, dat elke bank erop uit is om zoveel mogelijk rekeninghouders aan te trek ken, want naarmate het aantal rekeninghou ders groter is, is ook de kans groter dat over boekingen van rekeninghouders binnen de bank blijven. Hierin is nu een van de redenen gelegen voor de tendens tot verdere concen traties in het bankwezen. Met dit verschijnsel zullen wij zelf rekening dienen te houden, wanneer wij verder denken over de toekomst van onze coöperatieve kredietorganisatie. Concentratie en expansie Ook om andere redenen is de tendens tot verdere concentratie in het bankwezen ver klaarbaar. De volgende oorzaken kunnen daarvoor worden vermeld: - Schaalvergroting bij de cliënten heeft tot gevolg, dat de financiering aanzienlijk grote re bedragen vraagt, waardoor ook de ban ken tot schaalvergroting worden gedwon gen. - Van de sterke ontwikkeling op het gebied van de geautomatiseerde administratie kan door grotere eenheden een meer effectief gebruik worden gemaakt. - De concentratie kan benut worden om tot een meer efficiënte bedrijfsvoering te ko men waardoor ook de kosten beter kunnen worden beheerst. - De intensivering van het internationale geld en kapitaalverkeer vereist zowel een groter draagvermogen als een uitbreiding van per soneel, communicatie-apparatuur en even tueel buitenlandse vestigingen. - Als laatste en niet onbelangrijkste oorzaak kan nog worden vermeld de reeds hiervoor genoemde reden, namelijk de vergroting van het aantal rekeninghouders, waardoor de li quiditeitspositie gemakkelijker kan worden gehandhaafd. De aandacht voor een ruimer publiek heeft meegebracht, dat ook het aantal contactpun ten tussen bank en cliënt moest worden uit gebreid. De reusachtige uitbreiding van het aantal vestigingspunten van de banken wijst erop, dat hieraan hard wordt gewerkt. In dit verband is het navolgende overzicht betref fende de expansie van het aantal bankvesti- gingen illustratief. 1968 1969 mutatie ABN 433 474 41 AMRO 571 613 42 NMB 263 305 42 CCRB 1.601 1.679 78 CCB 1.030 1.100 70 Totaal 3.898 4.171 273 252

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 30