menwerking onder de naam Interpolis. De boe renleenbanken waren daarbij betrokken in zo ver zij als agent van deze verzekeringsinstel lingen optraden. Sinds enige jaren was het ons streven zoveel mogelijk boerenleenbanken als agent van de verzekeringsinstellingen te laten werken. Dit streven was niet gemakkelijk te realiseren, maar wij mochten toch de voldoe ning smaken, dat geleidelijk aan steeds meer boerenleenbanken een agentuurovereenkomst tekenden en verzekeringen tot hun normale pakket bankdiensten gingen rekenen. De fusie tussen de betrokken verzekerings maatschappijen maakte het nodig een nieuwe agentuurovereenkomst aan te gaan. Wij heb ben deze aangelegenheid aangegrepen om enige zaken, die in de praktijk wenselijk waren gebleken, ten principale aan de orde te stellen. Drie belangrijke zaken traden daarbij op de voorgrond: Ten eerste: Om de assurantiebemiddeling van de banken rendabel te doen zijn was een aan passing van provisies van bepaalde verzeke ringen gewenst. Ten tweede: Bij de banken bestond een grote behoefte aan een eigen positie als assurantie adviseur van hun cliënten. Ten derde: De exclusieve samenwerking met Interpolis hield een aantal knelpuntsituaties in, die het nodig maakten om hiervoor ruimere spelregels op te stellen. Over de aanpassing van provisies is inmiddels overeenstemming bereikt. Meer moeilijkheden gaf voor Interpolis het verzoek om onder bepaalde omstandigheden bereid te zijn het exclusiviteitsprincipe prijs te geven. Vooral in verband met mogelijke re percussies op haar overige verkoopkanalen, waren hier grote bezwaren te overwinnen. Dat men uiteindelijk ook deze wensen heeft ver vuld, legt omgekeerd aan ons de verplichting op om van de geboden vrijheid slechts mini maal gebruik te maken. Naast de hiervoor genoemde drie centrale punten zijn in de afgelopen besprekingen nog vele andere punten van meer praktische aard aan de orde geweest. Ook ten aanzien van vele van deze punten zijn thans afspraken ge maakt, die ertoe kunnen leiden, dat een soepel samenspel mogelijk zal blijken te zijn. Wij moeten ons ervan bewust zijn, dat deze ontwikkeling op verzekeringsgebied voor bei de partijen moeilijkheden met zich meebrengt. Voor ons als boerenleenbankorganisatie is het nodig, dat wij ingespeeld raken op een geheel nieuwe tak van bedrijvigheid. Op plaatselijk en centraal niveau doen wij daaraan al het mo gelijke. De ervaring tot nu toe heeft ons ge leerd, dat wij alle vertrouwen mogen hebben hierin te zullen slagen. De problemen bij Interpolis zijn van nog ver strekkender aard. Wij moeten ons dat niet ver helen. De Interpolismaatschappijen krijgen te maken met een groot aantal nieuwe agenten en wel een bijzonder soort agenten, die zij tot voor kort niet hadden. Het is eigenlijk niet te verwonderen, dat de wrijvingen zich juist voor doen op het raakvlak van de boerenleenban ken als agenten van Interpolis en de traditione le agenten van deze maatschappij. In dit verband kan ik u meedelen, dat ver wacht mag worden, dat op korte termijn een 'vestigingsregeling' zal worden vastgesteld 236

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 14