In woorden De mutaties in de uitzettingen van de aange sloten banken in de maand maart wijken maar weinig af van die van maart 1969. Na dat de verstrekkingen van nieuwe voorschot ten in januari iets waren achtergebleven, zijn ze in februari en maart weer op het niveau van vorig jaar gekomen. De vraag naar wo ningbouwleningen blijft onverminderd hoog. De geringere toeneming van de uitstaande voorschotten in het eerste kwartaal is gro tendeels een gevolg geweest van de geste gen aflossingen; ook relatief gezien zijn de ze nog toegenomen. De sterkere stijging van de in rekening-cou rant uitstaande kredieten hangt wellicht sa men met de uitbreiding van het veredelings- bedrijf binnen de landbouw. Bij een vergelijking van de toeneming van de toevertrouwde middelen, zowel in maart als in het gehele eerste kwartaal, moet men reke ning houden met de gunstige invloed die de invoering van de BTW in het eerste kwartaal van 1969 heeft gehad op de spaaraanwas. De voorlopige cijfers van april 1970 duiden erop dat de hogere spaaraanwas van het eer ste kwartaal 1969 grotendeels een gevolg daarvan is geweest: het spaaroverschot van april wijkt maar weinig af van het vorige jaar. Wellicht heeft de BTW ook invloed gehad op de ontwikkeling van de tegoeden in rekening courant. Bij de privérekeningen is die invloed niet merkbaar: daar is de toeneming van de tegoeden nog aanzienlijk groter dan in het eerste kwartaal van 1969.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 48