ken, in april 1970 emitteerde zij 8 procents zevenjarige stukken voor 100 miljoen. Deze regelmatige terugkeer op de emissie- markt is een gevolg van de kredietbeperkings- regeling, die inhoudt dat de banken met het verstrekken van lang krediet niet mogen gaan boven het bedrag dat ze zelf aan lange gelden - leningen of deposito's - hebben ontvangen. De betaalkaart van de Postcheque- en Giro dienst Zoals de banken hun betaalcheque hebben, zo heeft de Postcheque- en Girodienst sinds kort zijn betaalkaart. In tegenstelling tot de be kende blauwe overschrijvingskaarten van de girodienst is deze giro-betaalkaart door de gi rodienst tot f 100 gegarandeerd, evenals de betaalcheque gegarandeerd is door de ban ken. Heeft een winkelier een bankrekening, dan kan hij met deze gegarandeerde giro-be taalkaart ook laten overboeken naar zijn bank rekening, evenals met de blauwe giro-over- schrijvingskaart en met de betaalcheque. Hij moet daartoe op de kaart het gironummer ver melden van zijn bank, met vermelding van zijn rekeningnummer. De girodienst boekt dan de betreffende bedragen op de rekening van de bank en zendt daarvan bericht: een dagaf schrift. Daarbij voegt de girodienst wèl de blauwe overschrijvingskaarten, waarop de banken kunnen zien voor wie de bedragen bestemd zijn. Maar de girodienst weigert de betaalkaarten bij te voegen. De Amsterdamse Boerenleenbank Langenboom, geopend 21 oktober 1969

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 34