de organisatie van de EGKS. Het uitvoerend
orgaan van de EEG, de Europese Commissie,
kreeg veel minder bevoegdheden dan de Hoge
Autoriteit van de EGKS. Het EEG-verdrag
had ook niet het karakter van een uitgewerkte
overeenkomst, zoals het EGKS-verdrag, maar
van een verdrag dat nog vele uitwerkingen be
hoefde. De Europese Commissie had tot taak
ontwerpen voor het gemeenschappelijk beleid
voor te bereiden en beslissingen van de Raad
van Ministers uit te voeren. Vooral aan de
Raad van Ministers is in de EEG-conceptie
veel macht toegekend, zodat het voor de deel
nemende landen altijd mogelijk blijft via hun
minister bepaalde zaken tegen te houden. Dat
zijn telkens de ministers 'die het aangaat': bij
landbouwzaken de ministers van Landbouw,
bij economische aangelegenheden de minis
ters van Economische Zaken enzovoort. Deze
mogelijkheid om bepaalde zaken tegen te hou
den werd nog vergroot door het veto-recht,
dat de ministers was toegekend tijdens de eer
ste twee fasen van de overgangsperiode, die
verdeeld was in drie fasen. Hiervan is, getuige
de vele moeilijkheden in Brussel, door diverse
landen herhaaldelijk gebruik gemaakt.
De verbouwde boerenleenbank Nieuw-Namen
Dan het Europese Parlement. Het kreeg tij
dens de overgangsperiode, die twaalf tot vijf
tien jaar zou duren, geen enkele budgettaire
bevoegdheid, maar werd adviserend lichaam.
Met het groeien van de EEG-uitgaven, raakten
vele Europeanen ervan overtuigd dat het Euro
pese Parlement de parlementaire controle zou
moeten krijgen over de EEG-uitgaven. Het ligt
in de bedoeling dat de EEG in 1975 over eigen
inkomsten zal beschikken en dat het Parle
ment een zekere mate van controle zal heb
ben over de besteding ervan.