G
wijl daarnaast werd beoogd om via een ver
sterking in het wederzijds handels- en be
talingsverkeer, op langere termijn te komen
tot een soort Europese douane-unie. Aanvan
kelijk lag het in de bedoeling hierbij ook de
Oostbloklanden te betrekken; deze weiger
den echter. Wel kwam de beoogde samen
werking tot stand tussen achttien landen in
West-Europa, later uitgebreid tot de Verenig
de Staten en Canada. De naam werd toen
OESO: Organisatie voor Economische Sa
menwerking en Ontwikkeling.
Kolen en staal
Al gauw bleek dat de OESO niet het meest
geschikte apparaat was waarbinnen de Euro
pese integratie zich zou kunnen voltrekken.
Door middel van talrijke plannen van Euro
pese groten zoals Stikker, Pelsch, Pella, Pflim-
lin, Mansholt en Schuman, trachtte men naar
nieuwe wegen te zoeken. Alleen Robert Schu-
man's plan ter realisering van een gemeen
schappelijke markt voor kolen en staal, had
succes. Het werd door zijn opstellers gezien
als een begin van economische integratie.
De sectoren kolen en staal waren een be
langrijke bron èn een belangrijk produkt voor
de zware industrie. Met de instelling van de
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
werden gemeenschapsorganen in het leven
geroepen, met name de Hoge Autoriteit, de
Ministerraad, de Algemene Vergadering en
het Hof van Justitie. Met de instelling van de
EGKS deed een nieuwe samenwerkingsge-
dachte zijn intrede in Europa. Deze hield in
dat de deelnemende landen, namelijk de hui
dige zes Euromarktlanden, samen streefden
naar één vrije markt waarbinnen kolen, staal
en aanverwante produkten zonder enige be
lemmering zouden kunnen worden verhan
deld. Een gemeenschappelijk beleid zou moe
ten zorgen voor een goede functionering van
die markt. De beleidsvoering berustte bij de
Hoge Autoriteit, die supranationale bevoegd
heid had. In concreto betekende dit, dat de
industrie zich in verband met het concurrentie-
regime en de marktpositie zou moeten onder
werpen aan gemeenschappelijke spelregels.
Engeland, dat snel geïnteresseerd was in
OESO-zaken, werkte vanwege zijn Gemene
best-verplichtingen niet mee aan de Kolen- en
Staalgemeenschap: een beslissend moment
in het Europese integratiestreven.
De EGKS functioneerde bevredigend zolang
er voldoende vraag was naar zowel staal als
kolen. Aan de herstructurering van bijvoor
beeld het gehele mijnwezen werd veel aan
dacht besteed en de nodige financiën werden
ter beschikking gesteld. Zo gauw er echter
overschotten in de kolensector ontstonden
stak het nationalisme de kop weer op en
schrompelde de markt van het supranationale
instituut snel ineen.
De Europese Economische Gemeenschap
Gedurende de succesvolle jaren van de EGKS
E
201