Zij die binnen en in de nabijheid van de muren
van het kasteel van Grave woonden, hadden
het niet slecht. Van Kuyk verleende zijn on
derdanen veel gunsten en privileges. Ge
schiedkundigen menen dat als gevolg hiervan
Grave in de dertiende of veertiende eeuw
stadsrechten moet hebben gekregen. Het ver
lenen van stadsrechten schijnt vaak verband
te houden met het veilig stellen van gunsten
en privileges. Dat Grave al vroeg stad was,
blijkt uit oude stukken waarin staat dat in
1386 het beleg der stad plaatsvond. De exacte
datum waarop stadsrechten werden verleend,
is niet bekend. Naar alle waarschijnlijkheid
zijn de stukken hierover verloren gegaan tij
dens een van de vele oorlogen in die tijd.
Binnenkomen niet gemakkelijk
Onverbrekelijk verbonden met de geschiede
nis van de stad Grave is de naam Menno
van Coehoorn. Hij was het die Grave tot een
vestingstad maakte. Het beeld van het Grave
van nu is grotendeels door hem bepaald.
Menno van Coehoorn is een in 1641 in Fries
land geboren vestingbouwkundige. Als kapi
tein in het leger gebruikte hij in 1674 ter ver
overing van Grave voor het eerst het Menno
van Coehoorn-artillerie-mortier waarvan hij de
geestelijke vader was. Na de verovering maak
te hij de stad tot een vesting van allure met als
hoofdingang de Hampoort; een poort in de
deels stervormige stadsmuur. Van Coehoorn
maakte het invallers niet gemakkelijk. Om de
Hampoort van buitenaf te bereiken, moest men
eerst de brug over die toegang gaf tot een ra
velijn, een halvemaanvormig bolwerk in de bre
de stadsgracht. Vanaf die voorpost kon men via
een andere brug de Hampoort bereiken. Zon
der meer doorstoten als men eenmaal zover
was, werd onmogelijk gemaakt door de haakse
doorgang van de poort. Op last van de ves
tingbouwkundige werden de bruggen van hout
gemaakt; zij konden dan gemakkelijk in brand
worden gestoken bij de komst van de vijand.
De Hampoort werd genoemd naar een ervoor
liggend ravelijn in de vorm van een ham.
194