Versnelling bij de onteigening Onteigenen is vaak een langdurige kwestie. De president van de Rotterdamse Onteige ningskamer heeft dit in zijn arrondissement nauwkeurig nagegaan. Hij kwam tot de con clusie dat vier-en-eenhalf jaar geen uitzonde ring is. Aan een langdurige onteigeningspro cedure kleven voor de overheid de nodige na delen. Vaak treedt een grote vertraging op bij de voorgenomen werken, zoals wegen- en huizenbouw, zodat de onteigende partij ge dwongen is haar plannen meer dan eens te herzien. De onteigende partij zal vaak specu leren op een prijsstijging van de grond tijdens een langdurige procedure en het daarom ver standiger vinden het op een onteigening te la ten aankomen in plaats van de grond in een veel vroeger stadium tegen de dan geldende prijs vrijwillig te verkopen. Om toch een vrij willige verkoop te bewerkstelligen en een ont eigening te voorkomen, zal de overheidsin stantie op haar beurt hoge prijzen gaan bie den en daarmee prijsopdrijving veroorzaken. Om de onteigeningsprocedure te bekorten heeft de regering onlangs een voorstel tot wetswijziging ingediend. Wij zullen zeer in het kort de inhoud bespreken van twee voorge stelde wijzigingen, ons daarbij beperkend tot onteigening door de gemeente ten dienste van de woningbouw. De overige wijzigingen in de wet zijn van min der belang omdat zij van meer technische aard zijn. De gemeente moet volgens de wet allereerst trachten gronden langs minnelijke weg te ver werven, bijvoorbeeld door middel van een koopovereenkomst. Lukt haar dit niet, dan be sluit de gemeenteraad tot onteigening in het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 14