ook in het zogenaamde 'ferrietkernen-geheu-
gen' in de computer. Dit 'geheugen' - een op
slagruimte van gegevens - is opgebouwd uit
duizende uiterst kleine ijzeren ringetjes, naast
en boven elkaar, waar zeer dunne metalen
draadjes doorheen lopen, zowel horizontaal
als vertikaal. Door die draden kan men een
stroomstoot sturen, die bijvoorbeeld het ge
volg kan zijn van een 'afgelezen' ponsgat. Die
elektrische stroom leidt tot een magnetisch
veld rond de draad. Een dergelijke stroom kan
een magnetische lading teweegbrengen in de
omgevende ringetjes ('kernen'), maar de
stroom moet daarvoor wel voldoende sterk
zijn. Men kan dus door een draad een zodanig
kleine stroomimpuls sturen dat de omgeven
de kernen nog juist niet worden gemagneti
seerd. Wanneer echter als gevolg van één
ponsing, zowel door een horizontale draad als
door een van de vertikale draden zo n stroom
stoot wordt gestuurd - die op zichzelf juist te
klein is om alle omgevende kernen magne
tisch te maken - dan zullen de beide stroom
stoten samen wél een magnetische lading te
weegbrengen in die ene kern waar allebei de
draden doorheen lopen. Op die manier kan
men in het kernen-geheugen elke willekeurige
kern magnetiseren, en wel met voorbijgaan
van alle kernen in het geheugen. Omvat dit
kernen-geheugen nu maar genoeg ringetjes,
die stuk voor stuk al dan niet magnetisch
worden geladen, dan biedt dit geheugen de
zelfde binaire schrijfmogelijkheden als een se
rie al dan niet brandende lampen, of al dan niet
aanwezige ponsingen.
Binair schrift, elektriciteit en snelheid
Het geheim van de computer bestaat daarin
Geselecteerde kern
V2 stroom
sterkte
V2 stroomsterkte
185