Geld- en
kapitaal
markt
De geldmarkt bleef in de maand maart bijna
onveranderd krap. Met uitzondering van enke
le dagen rond het midden van de maand,
moesten de banken bij de Nederlandsche
Bank zwaar debet staan. De officiële daggeld
rente werd - ten teken van een lichte kente
ring - op 17 maart met een kwart procent ver
laagd naar 61/2 procent. Enkele dagen later
werd het tarief echter weer op 6% procent ge
bracht. Dit tarief bleek ook deze maand slechts
'officieel': in feite werd gehandeld tegen prij
zen die in de loop van de maand varieerden
van 6% tot 7% procent.
Bankbiljettencirculatie
De geldmarkt bleef krap, ondanks de forse sa
larisbetalingen en de aflossingen en rentebe
talingen waarvoor het rijk rond de februari/
maart-wisseling ongeveer 515 miljoen gulden
moest betalen. De voornaamste oorzaak hier
van was de uitbreiding van de bankbiljetten-
circulatie met 320 miljoen gulden tot 9.098 mil
joen gulden. Voorts was van het vervallend
schatkistpapier voor niet minder dan 181 mil
joen gulden bij de Nederlandsche Bank ver
disconteerd, zodat de tegenwaarde hiervan de
geldmarkt niet meer ten goede kwam. Daaren
boven bleek voor circa 60 miljoen gulden
nieuw papier van de Agent van het ministerie
van Financiën te zijn afgenomen. Zodoende
zag de weekstaat van de Nederlandsche Bank
per 2 maart er uiteindelijk nog somber uit: de
voorschotten bleven op 667 miljoen gulden na
genoeg gelijk aan de stand per eind februari,
evenals het saldo van de banken, dat 17 mil
joen gulden beliep.
Betalingen door het rijk
De schatkist kon de aderlating gemakkelijk
aan en zag haar saldo verminderd tot 234 mil
joen gulden. De slechts langzame terugkeer
van bankbiljetten tegenover de forse belas
tingbetalingen, brachten pas verbetering toen
op 16 maart opnieuw forse betalingen door het
rijk werden verricht: de betaling van circa 375
miljoen gulden aan de gemeenten en aflossing
en rentebetaling van circa 125 miljoen gulden.
Bovendien kwam rond die dag voor niet min
der dan 100 miljoen gulden aan bankpapier uit
de circulatie terug. De banken konden hier
door hun voorschotten met niet minder dan
617 miljoen gulden terugbrengen tot 82 mil
joen, waarnaast het saldo dat bij de Neder
landsche Bank werd aangehouden met 63 mil
joen gulden steeg tot 74 miljoen gulden. Een
sinds het begin van het jaar nog ongekend
ruime situatie. De schatkist daarentegen was
met een saldo van 42 miljoen gulden bijna aan
het eind van haar krachten, ook al werd in de
erop volgende dagen voor grote bedragen aan
169