nistratieve rompslomp van het hedendaagse massale en nog steeds groeiende girale be talingsverkeer, dat alleen in ons land per jaar al miljarden overboekingen omvat, zou zonder de computer onuitvoerbaar zijn. Er zouden voor dat werk enorm veel boekhouders en andere kantoorbedienden nodig zijn geweest, die hun leven lang aan saai en eentonig werk gebonden zouden zijn. Het geheim Hoe kan een totaal levenloze machine allerlei 'denkwerk' overnemen van de met geest en inzicht begaafde, denkende en begrijpende mens? Het geheim van de computer - tevens de grondslag van zijn enorme toepassingsmo gelijkheden - is in wezen buitengewoon sim pel te ontsluieren. Het bestaat daarin dat alle, zelfs de meest uiteenlopende dingen, met be hulp van heel weinig tekens, of zelfs met één enkel teken, kunnen worden aangeduid, mits dat ene teken maar op een afgesproken wijze wordt herhaald of niet wordt herhaald. Dat alles waarover wij denken en spreken kan worden weergegeven met een betrekkelijk klein aantal tekens, blijkt al in onze schrijftaal die, naast enkele leestekens, niet meer dan 26 letters omvat. Desgewenst mag men daar de tien cijfers nog aan toevoegen waarmee wij plegen te werken. Wij zullen in de eerste plaats nagaan, hoe de tien cijfers - van 0 tot en met 9 - met behulp van één enkel, éénsoortig teken kunnen wor den weergegeven. Bij de beschrijving van ons gebruikelijke cijferschrift, het 'decimale stelsel', mag men echter niet vergeten dat het stelsel weliswaar slechts tien cijfers omvat, maar dat elk van die cijfers op een onbeperkte manier in betekenis kan variëren. Beschouwt men bijvoorbeeld het getal honderdelf. Het wordt in cijfers driemaal het cijfer '1'. Van deze drie cijfers '1' die erin voorkomen, heb ben er geen twee dezelfde waarde: de voorste 1 betekent: honderd (één honderdtal eenhe den), de middelste duidt op tien (één tiental eenheden) en alleen het laatste cijfer duidt werkelijk op slechts één van de getelde een heden. In het decimale cijferstelsel spelen dus niet alleen de tien cijfers een rol, maar daar naast speelt de plaats mee van het cijfer in het getal, of beter gezegd: hun rangorde in het getal, waarbij die rangorde wordt be paald vanaf het laatste cijfer voor de komma. Zo speelt ook in de computer de rangorde van het daar gebezigde uniforme teken een rol, die mede bepalend is voor de zin van het teken. Wie in plaats van tien cijfers, zesentwintig letters en nog wat leestekens, maar één soort teken gebruikt, heeft in principe maar twee mogelijkheden: het teken staat er, of het staat er niet. Er staat een vlaggetje op de haring- kraam, of dat vlaggetje staat er niet: in het laatste geval is er nog geen nieuwe haring te koop. Zo heeft men met één vlaggetje twee mogelijkheden. Maar als éénzelfde teken op twee plaatsen kan staan, heeft men vier mo gelijkheden: ofwel het teken ontbreekt op beide plaatsen, of het staat rechts, of het staat links, of hetzelfde teken staat er tweemaal. Kan datzelfde teken, al dan niet herhaald, op drie plaatsen voorkomen, dan heeft men daar mee al acht combinatiemogelijkheden, die schematisch als volgt zijn samen te vatten: En heeft men vier plaatsen voor het simpele teken, dan zijn er zestien mogelijkheden, bij vijf plaatsen heeft men tweeëndertig moge lijkheden, enzovoort. 92

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 6