NIEUWS een aantrekkelijker belegging bezitten, maar de pachter ziet zijn kosten stijgen. Aangezien hij een dergelijke kostenstijging niet in de prijzen kan doorberekenen - de prijzen wor den in Brussel vastgesteld - zal een pacht prijsverhoging ten koste gaan van de toch al niet ruime winstmarge. Hiertegenover staat dat de financieringslasten voor een onderne mer die de grond in eigendom moet nemen, ook dan nog een stuk hoger zullen uitvallen. Veranderingen In 1967/1988 werden ruim 37.000 nieuwe pachtovereenkomsten gesloten. Het ging om een oppervlakte van 190.000 hectare. Het aandeel van de verpachte oppervlakte in het totale areaal landbouwgrond blijft jaarlijks on geveer gelijk. Het is, gezien het voorafgaande, niet vreemd, dat de door niet-agrariërs ver pachte oppervlakte sinds 1964/1965 relatief gezien een dalende tendens vertoont. De da ling is in de onderhavige periode echter ge ringer dan in de voorafgaande jaren. Mogelijk kan de verhoging van de pachtnormen in ok tober 1967 hierbij van invloed zijn geweest. Afhankelijk van de soort en de kwalitiet van de grond bedroeg deze tien tot vijftien procent. Omdat veel pachtcontracten op 1 november ingaan, heeft de normverhoging voor een groot deel in de gemiddelde pachtprijzen doorgewerkt. Zo gaf de pacht van boerde rijen en los bouwland ten opzichte van 1966/ 1967 een stijging te zien van respectievelijk vijf en zes procent. Bij los bouwland was de verhoging opmerkelijk: ruim negen procent. Sinds de oorlog valt in geen enkel jaar een grotere toeneming te constateren. Grondaankoop en -verkoop in 1967/1968 waren er ruim 2.200 koop- en verkooptransacties minder dan in 1966/1967. Ook de hoeveelheid grondoppervlakte nam af, zij het in iets mindere mate. Dit blijkt uit het feit dat de verhandelde gemiddelde opper vlakte toenam van 3,9 tot 4,1 hectare. Vooral de daling in de categorie gebouwen (-500) was opvallend, maar zij betekent in feite een versterkte voortzetting van een ontwikkeling die reeds een aantal jaren aan de gang is. In de ontwikkeling van de gemiddelde koop prijzen voor los bouw- en grasland is een ken tering opgetreden. De daling die wij consta teerden in vorige jaren, is in 1967/1968 omge slagen in een stijging. De prijzen voor deze gronden zijn opgetrokken tot het niveau van 1965/1966. Bij de prijzen voor boerderijen vindt nog steeds een lichte stijging plaats. Voor wat betreft de prijzen in de verschillende landbouwgebieden, bestaat er een tendens tot 129

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 43