Geld- en kapitaal markt Uit de weekstaten van de Nederlandsche Bank valt terstond op dat de banken het in februari weer zwaar te verduren hebben gehad. De op genomen voorschotten stegen van rond 50 miljoen gulden ultimo januari naar bijna 700 miljoen gulden aan het einde van februari. De banken hielden daarnaast bij de Nederland sche Bank een minimaal werksaldo van rond 20 miljoen gulden aan. Het in de eerste weken van februari terugke rende bankpapier werd geheel opgeslokt door belastingbetalingen en afname van schatkist papier. Toen op 29 januari de afgifteprijs van schatkistbiljetten met een half procent werd verhoogd, haastten velefi zich om de porte feuille aan te vullen. Bij de Agent van het ministerie van Financiën werd in de eerste februari-dagen voor circa 180 miljoen gulden aan biljetten afgenomen. De op 15 februari ontvangen rijksbetalingen aan gemeenten ad 400 miljoen gulden waren enige dagen later weer nodig voor belasting betalingen en de storting ad 325 miljoen gul den op de laatste dubbele staatsemissie. Een kleine meevaller voor de banken was de mededeling van de Nederlandsche Bank dat voor de periode van 16 februari tot 14 maart opnieuw geen strafdeposito behoefde te wor den aangehouden. Ook ultimo december wa ren de handelsbanken en landbouwkrediet instellingen gezamenlijk binnen de normen van de toelaatbare kredietexpansie gebleven. Desalniettemin bleef de markt uiterst krap. Gezien de bankbiljettenuitzetting, belastingbe talingen en dergelijke werd voor maart geen grote verbetering verwacht. Zelfs de uitkering aan de gemeenten per 16 maart zou - voorzo ver te voorzien - de situatie niet sterk veran deren. De officiële daggeldrente die op 30 januari op 6% procent was gebracht (na enkele dagen op 51/2 en 6 procent te hebben gelegen), bleef gedurende de gehele maand op dit niveau ge handhaafd, terwijl de effectieve tarieven va rieerden van 7 tot zelfs 7% procent. Kapitaalmarkt In de maand februari hebben enkele grote en kleinere geldvragers en kapitaalmarkt met aantrekkelijke emissies belaagd. Op 17 februari stond de inschrijving open op 50 miljoen gulden 81/2 procent obligaties ten laste van de Nationale Investeringsbank. De koers van uitgifte werd - even voor de in schrijvingsdag - op 100 procent vastgesteld. Deze acht-jarige lening zou na vijf jaar in drie ongeveer gelijke jaarlijkse termijnen op 1 april van de jaren 1976 tot en met 1978 worden af gelost. Op deze emissie werd zodanig inge- 125

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 39