Maximum tarieven consumptief krediet verhoogd Aan het eind van 1968 is de Geldschieterswet in een nieuw jasje gestoken. Zij werd daarbij omgedoopt tot Wet op het Consumptief Kre diet. Met de naam veranderde er ook iets aan het doel van de wet. De Geldschieterswet was oorspronkelijk in het leven geroepen om de burger die door omstandigheden genoodzaakt was geld te lenen voor zijn levensonderhoud, te beschermen tegen woekerpraktijken van geldschieters. De nieuwe naam 'consumptief krediet' is de karakterisering van een krediet vorm die, naarmate de welvaart steeg, tot ont wikkeling is gekomen: het lenen van geld voor consumptieve bestedingen in ruime zin, waar bij vooral aan duurzame goederen wordt ge dacht. Hetgeen in de Wet op het Consumptief Kre diet veranderd is ten opzichte van de Geld schieterswet, heeft betrekking op het verlenen van geldschieters-vergunningen, de krediet bemiddeling en de kosten daarvan, het maxi mum leenbedrag -- dat werd verhoogd van vijf tot tienduizend gulden - en het toezicht op de naleving van de wet. De overheid behoudt het recht, de maximumtarieven voor leningen vast te stellen, die geldgevers hun cliënten in rekening mogen brengen. Deze maxima zijn onlangs verhoogd, omdat de desbetreffende banken, de door de over heid als redelijk gekenschetste winst niet meer konden behalen. Daarom heeft het mi nisterie toegestaan, de maximum rente-per centages met ingang van 1 januari 1970 met 10 opcenten te verhogen. De maximumtarieven worden nu als volgt: voor leningen tot en met 1.500 232/3 procent; voor leningen van f 1.500 tot 2.500 18% pro cent;

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 8