Rooskleuriger De banken waren daarmee weliswaar nog niet geheel uit de zorgen, maar de weekcijfers van 19 januari gaven een heel wat rooskleuri ger beeld. De voorschotten waren met maar liefst 500 miljoen gulden teruggebracht tot 53 miljoen gulden, terwijl het tegoed van de banken op 78 miljoen gulden praktisch onver anderd bleef. Tot 20 januari bleef de officiële daggeldrente desondanks op 6% procent ge handhaafd; de officieuze rente lag een fractie hoger. Pas op die dag was de aanblijvende ruimte aanleiding om de officiële rente te ver lagen tot 6 procent. De volgende dag werd deze rente met nog eens een half procent te ruggebracht naar51/2 procent. Straf deposito's De ruimte was echter slechts van korte duur, want reeds enige dagen later liet de volgende bankbiljettenuitzetting van zich spreken. In tussen had de Nederlandsche Bank de mede deling gedaan dat in de periode van 15 januari tot 15 februari geen strafdeposito's aangehou den hoefden te worden; de kredietverlening van de handelsbanken en de landbouwkrediet instellingen gezamenlijk, had per ultimo no vember 1969 de in de kredietrestrictieregeling

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 33