Geld- en kapitaal markt Een vol jaar is weer verstreken. De geldmarkt heeft zich in het afgelopen jaar hoofdzakelijk van de krappe kant laten zien. Bijna steeds bewoog de officiële daggeldrente zich rond het niveau van het promessendisconto, het tarief waartegen ook de banken bij de Neder- landsche Bank - in uiterste nood - voor hulp kunnen aankloppen. Tarief tweemaal verhoogd Dit tarief is in de loop van 1969 tweemaal ver hoogd; de Nederlandsche Bank noemde tel kens als voornaamste motief de sterke stij ging van de geldmarktrente in binnen- en bui tenland. De Bank beoogde hiermee natuurlijk ook de kredietverlening en de binnenlandse prijsontwikkeling af te remmen. De eerste ver hoging vond plaats op 9 april, waarbij alle ta rieven met een half procent omhoog gingen. Het wisseldisconto kwam daarmee van 5 pro cent op 51/2 procent, hetgeen een na-oor- logs hoogtepunt was; het promessendisconto kwam van 51/2 procent op 6 procent. Op 4 augustus werd de tweede verhoging ge lanceerd. Het wisseldisconto werd opnieuw met een half procent verhoogd en wel tot 6 procent. De overige officiële tarieven werden met een vol procent opgetrokken. Het promes sendisconto kwam daarmee op de tot dan toe ongekende hoogte van 7 procent. Door deze twee discontoverhogingen zagen wij in het afgelopen jaar de officiële callrente steeds stijgen. De geldmarkt was overwegend krap; het is duidelijk dat de callrente zich voort durend bewoog rond het niveau waarop de banken bij de Nederlandsche Bank in het krijt konden staan. Dit laatste tenminste voorzover de nodige onderpanden voorradig waren. Ove rigens werden prijzen betaald die daar soms sterk boven lagen. Adempauze Slechts gedurende twee korte periodes sloeg de markt om. Rond medio januari 1969 bete kende de terugkeer van het bankpapier even een adempauze. Bij het naderen echter van de januari-ultimo was deze ruimte weer snel ver dwenen. De tweede ruimte-periode begon medio okto ber, toen ons land werd overspoeld met dol lars van speculanten die hoopten op een re valuatie van de gulden, in navolging van de revaluatie van de Duitse mark. In enkele dagen tijds werden dollars voor een waarde van ruim 3 miljard gulden bij de Nederlandsche Bank aangeboden. Toen eenmaal duidelijk werd dat ons land vast besloten was de gul den niet te revalueren, verliet een groot deel van deze speculatiegeiden snel ons land en 41

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 43