Ogd WONINGBOUWSUBSIDIES VERhQ Onlangs maakte minister Schut van Volkshuis vesting en Bouwnijverheid een aantal maatre gelen bekend over de krotopruiming, de door stroming naar een duurdere woning voor per sonen die het kunnen betalen, de woningbouw- subsidies, de woningverbetering en de verbe tering en afbraak van krotwoningen. Nieuwbouw-subsidies De regering heeft besloten tot een verhoging van de bouwsubsidies met het oog op de stij ging van het huurpeil, de stichtingskosten en exploitatielasten. Ook de stijging van de rente lasten kan met de nieuwe bouwsubsidie wor den bestreden, zodat een hoge rente geen be lemmering hoeft te zijn voor het bouwen van een nieuwe woning. De subsidies voor nieuwbouw-woningen wor den, voor wat betreft de woningwetwoningen en de particuliere huurhuizen, verhoogd met 600 gulden per jaar en die voor een eigen huis met gemiddeld 800 gulden per jaar. Voor de genen aan wie na 1 oktober 1969 een bijdrage is toegezegd, bestaat de mogelijkheid nog van de nieuwe regeling te profiteren - deze wordt met ingang van 1 januari 1970 van kracht - wanneer zij een aanvraag daartoe indienen. Het aantal gemeente-klassen dat bij de toe kenning van de subsidies werd gehanteerd, is van drie teruggebracht naar twee, terwijl het maximum bruto-rendement op gesubsidieerde huurwoningen (dit is de huur vermeerderd met de overheidsbijdrage) is vastgesteld op 10,4 procent van de stichtingskosten. Woningverbetering Met het langzaam maar zeker wegwerken van het kwantitatief woningtekort, wil de regering ook de kwaliteit van bestaande woningen ver beteren. Daartoe is een nieuwe regeling in het leven geroepen ter vervanging van de rege ling uit 1953. De nieuwe regeling houdt in dat huiseigenaren voor het verbeteren van wo ningen en woonbuurten in aanmerking komen voor 25 procent subsidie op de kosten, met een maximum van 2500 gulden per verbete- ringswerk aan huizen die vóór 1945 zijn ge bouwd. De bijdrage is bedoeld als tegemoet- 34

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 36