vandaan, die vanaf zijn stenen sokkel een schildersdoek lijkt te bestuderen. Monument Vanaf de markt laten we ons meeslepen door kleurige etalages onder pittoreske, iets voor- overleunende geveltjes. En dan ineens staat de argeloze wandelaar vis a vis met de ka thedraal. Dat is nou de kerk die iedereen ge zien moet hebben, het monument dat onver brekelijk bij Den Bosch hoort. Naast de St. Janskathedraal ligt de Parade, een plein, waar van men zich voor kan stellen dat het ooit met bomen omringd is geweest. Vroeger, toen Den Bosch nog een garnizoensstad was, diende het plein vermoedelijk als paradeplaats voor de omliggende kazernes. Op zoek naar de kerkingang kijk je als vanzelf omhoog naar de gotische tierelantijnen boven aan de mergelkleurige muren. In een prospec tus lezen we dat de bouw omstreeks 1280 be gonnen is. Bij de oprichting van het bisdom Den Bosch in 1561 werd de St. Jan de zetel- kerk van de bisschop en kreeg zij de titel van kathedraal (cathedra zetel). Binnenin heeft men, staande onder het orgel, een mooie door kijk op het honderdvijftien meter lange inte rieur. Aan de banken van het middenschip wordt getimmerd. Kennelijk ondergaat de kerk ook hier veranderingen. Bedeesd zetten we voet in de middeleeuwse Mariakapel. Het ruikt er naar kaarsen en wierook. de Erwtenman Rond het gebouw lopend ontdekken we tien tallen figuurtjes op de dakbogen van de mid- denbeuk naar de zijbeuken. Muzikanten, drin kebroers, narren, duivels, fabeldieren en werk lieden klemmen de boog tussen hun knieën; zij hebben hun voeten achter zich opgetrokken om zich schrap te zetten. Volgens sommigen zouden het de middel eeuwse steenhouwers zelf zijn, die zich ver eeuwigd hebben. Wanneer men bedenkt dat Den Bosch bij het begin van de bouw van deze kathedraal, een stad was van slechts enkele duizenden inwoners, moeten de Bosschenaren van weleer een offergezind volkje zijn ge weest. Aan de kant van de Hinthamerstraat trapt tussen de bogen van de muur een ste nen mannetje zijn stenen pot met erwten om. Dat moet de 'Erwtenman' zijn. Het verhaal schijnt de ronde te doen dat het de afbeelding van de bouwmeester is. Hij moet op een mid dag zijn thuisgekomen, toen zijn vrouw een pot met groene erwten had gekookt en ze op de stenen vloer had gezet om af te koelen. Verontwaardigd, dat zij hem zo'n alledaagse kost durfde voorzetten, schopte de bouw meester de pot om en moet in het middel eeuws geroepen hebben: 'Is dat nu kost voor een man die daags een braspenning winnen kan?'. Wat zijn vrouw toen deed, vermeldt de geschiedenis niet. 's-Hertogenbosch is gehecht aan haar kathe draal. Iemand heeft het eens als volgt gefor muleerd: 'In elke Bosschenaar leeft het besef, dat alleen de St. Jan in staat is een agglome raat huizen tot een stad te maken'. Op de Parade loodst een oude parkeerwachter komende auto's in het juiste gat. Zou hij een echte Bosschenaar zijn? Bestaat de ech te Bosschenaar? Gemeentearchivaris Kuyer meent van niet. 'Je kunt moeilijk van dè Bos schenaar spreken. De Bosschenaar is vrien delijk, open en kameraadschappelijk, maar 31

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 33