bar, annex bierkelder, op de benedenverdie ping. 'de Perdjes' Een carillon speelt het kerstlied 'Nu sijt wel- lecome'. In de gevel van het stadhuis komen 'de Perdjes' in beweging; een houten ruiter- spel van paarden, ruiters en trompetters, dat bij het slaan van de uren ronddraait. De go tische raadskelder onder het stadhuis dien de in vroeger dagen als tapkelder voor het stadsbestuur, als gevangenis en als boter- waag. Sinds 1929 floreert in deze kelder een in oude stijl ingericht café-restaurant. Natuurlijk staan we even stil bij de middelste steen in het plaveisel van het marktplein. Hij is in 1953 gelegd door Zoete Lieve Gerritje, het populaire meisje uit het bij de Brabanders even populaire liedje: 'Dat gaat naar Den Bosch toe'. De steen draagt als inscriptie: 'Van vele honderden, lei Gerritje mij als leste, tot voetveeg onder den eersten boer den bes te'. Door Gerritje naar Den Bosch te halen, heeft de stad een eind willen maken aan de onzeker heid over de levenswandel van de hoofdper soon uit het liedje. Was Gerritje een boef die naar Den Bosch werd opgebracht om er ge vonnist te worden? Was Gerritje een jongen of een meisje? De VVV hielp elke twijfelaar uit de droom: Gerritje is een bekoorlijk boeren meisje, dat in een vrolijk liedje bij een glaasje zoete brandewijn bezongen wordt. Sinds 1958 heeft Gerritje haar standbeeld op de hoek van de Lepelstraat en de Korenbrugstraat. De beeldhouwer Leo Geurtjens deed haar gebo ren worden. We lopen onder de blikken van Jeroen Bosch Zoete lieve Gerritje 30

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 32