bonafide weggebruikers
VERZEKERINGEN
Dat er brutale rekels op de weg zijn en dat
zelfs de huis-, tuin- en keukenverkeersonge-
valletjes diep in de beurs doen tasten, leert
het volgende voorval.
Automobilist A rijdt in een file op de linker
rijstrook van de weghelft, met een snelheid
van ongeveer 30 kilometer per uur. Zijn rech
terbuurman-weggebruiker schiet met een niet
te veronachtzamen acceleratie naar links voor
hem door.
Inderdaad, remmen helpt niet meer. Automobi
list A stapt, precies tijdens het spitsuur en
midden op een kruispunt, ontdaan uit zijn auto.
De aanrijder doet alles om het gemoed van A
te blussen. Hij biedt hem zijn verontschuldi
gingen aan, verstrekt een schuldbekentenis
en hij doet de zaak af met een ferme handdruk.
Als het 'slachtoffer' iets over politie mompelt,
wuift de aanrijder de suggestie weg. Ach nee,
geen politie. Dat duurt allemaal zo lang. De
verzekeringsmaatschappij wordt immers di
rect van het voorval in kennis gesteld. De aan
rijder zal zelf wel voor de gegevens zorgen en
deze aan zijn maatschappij doorgeven. Enfin,
de bumpers worden van elkaar getrokken en
met het idee 'het komt allemaal voor elkaar',
wordt weer ingestapt.
Kort en goed; het kwam niet voor elkaar.
De schade van enkele honderden guldens is
nog niet vergoed, ondanks een all-risks-verze-
kering met een flink eigen risico. Een dubieuze
zaak, die een hoogtepunt bereikt, als de ver
zekeringsmaatschappij van de aanrijder een
briefje stuurt, waarin naar mededeling van
haar verzekerde, de toedracht van de aanrij
ding op geraffineerde wijze verkeerd wordt
weergegeven. Er blijkt geen speld tussen te
krijgen. Zelfs de rechtsbijstandverzekering
van de aanrijder zal de zaak niet in het reine
kunnen brengen. Automobilist A is niet in staat
de beweringen van de aanrijder te weerleg
gen. De politie is er immers niet in betrokken,
er zijn geen getuigen gehoord en er is geen
proces-verbaal opgemaakt.
De moraal; Al te goed is buurmans gek! Wat
leert een bank als adviseur-verzekeringsagent
uit dit voorval? Zij dient erop toe te zien dat
een verzekerde bij een aanrijding de nodige
bescheiden op tafel brengt en dat, wanneer
het maar enigszins mogelijk is, de politie ge
waarschuwd wordt om te voorkomen dat men
door schade en schande wijs wordt.
27