het verkrijgen van een bedrijfsontwikkelings
krediet en voor faciliteiten bij omschakeling
naar een andere branche of verplaatsing van
het bedrijf naar een andere plaats, te verho
gen van 16.500 tot 25.000 gulden.
Het bedrijfsontwikkelingskrediet houdt in: het
verlenen van kredieten ter aanvulling van de
eigen middelen tot een zodanig bedrag dat an
dere kredieten kunnen worden verleend, op
voorwaarde dat de aanvrager ingevolge de
hoofdlijnen van het door de Stichting Ontwik-
kelings- en Saneringsfonds voor het Midden-
en Kleinbedrijf te voeren beleid, voor ontwik
kelingshulp in aanmerking komt; zijn onderne
ming is gevestigd in een door de minister
aangewezen gebied of behoort tot een door
de minister aangewezen bedrijfstak. Momen
teel is het bedrijfsontwikkelingskrediet voor
alle gebieden en alle sectoren verkrijgbaar.
De hoogte van het krediet kan zodanig zijn dat
na de verlening van het krediet en van de aan
gevraagde andere kredieten de eigen midde
len tenminste 5 procent en de eigen middelen
met het bedrijfsontwikkelingskrediet te za-
men niet meer dan 30 procent bedragen van
de totale balanstelling van de onderneming
(redactie).
Aan de mogelijkheden tot individuele ontwik
kelingshulp wordt toegevoegd: een tegemoet
koming van 90 procent in de kosten van cur
sussen, die in combinatie met of in aansluiting
op andere hulp (bijvoorbeeld bedrijfsvoor
lichting) worden gevolgd.
Sanering in het gedrang
De regering stelt zich voor, de bedrijfsbeëin
digingshulp op geheel andere leest te gaan
schoeien. De oude regeling was zodanig dat
de ondernemer die in het kader van het Ont-
wikkelings- en Saneringsfonds zijn bedrijf wil
de beëindigen, vóór 1911 geboren moest zijn.
Wilde men in de oude regeling in aanmerking
komen voor een levenslange maandelijkse uit
kering, dan moest men onder andere aan de
volgende voorwaarden voldoen: men moest
vóór 1958 met het te beëindigen bedrijf zijn be
gonnen, terwijl dat bedrijf de laatste drie jaren
gemiddeld beneden een maximum inkomen
moest zijn gebleven van 9.800 gulden. Voor
middenstanders beneden de genoemde leef
tijd, die hun onrendabel bedrijf wilden beëin
digen, bestond tot 31 december 1969 een be
perkte mogelijkheid om uit het fonds een voor
schot van tweeduizend tot maximaal vijfdui
zend gulden te verkrijgen. Ook middenstan
ders van 65 jaar en ouder kwamen bij deze re
geling in aanmerking vooreen waardevaste uit
kering per maand boven hun pensioenuitke
ring, indien althans het bedrijf geheel werd
stopgezet. Voor de brandstoffenhandel was
een speciale regeling in het leven geroepen.
Het lag in de bedoeling de aanmelding voor be
drijfsbeëindiging volgens de vorige regeling,
met ingang van het verschijnen van de Nota
Midden- en Kleinbedrijf, stop te zetten. Zoals
in de beschrijving van de 'oude' regeling reeds
tot uitdrukking komt, heeft de staatssecretaris
besloten - op aandringen van de kamerleden,
maar vooral ook door de schok die de abrupte
beëindiging van de saneringsregeling in mid
denstandskringen teweeg heeft gebracht - de
regeling voor beëindiging van het bedrijf, zo
als die het afgelopen jaar is geweest, tot het
einde van 1969 te handhaven. Daarnaast heeft
de staatssecretaris in het debat in de Kamer
gezegd dat hij binnenkort hoopt te komen tot
een speciale regeling met de brandstoffen-
18