De Nederlandse fruitteelt in de knel De land- en tuinbouw heeft in de jaren zestig in een ongekende belangstelling gestaan. Over het al of niet vlotten van onderhandelin gen in Brussel, om te komen tot een gemeen schappelijke markt voor landbouwprodukten, waren in de kranten voortdurend berichten te lezen. De resultaten van de diverse onderde len van het landbouwbedrijf, moest men steeds bezien in het licht van deze onderhandelingen. Ging het in een sector in een bepaald land minder goed, dan kreeg de minister van Land bouw van dat land de nodige opdrachten mee naar Brussel. Hij moest er dan voor zorgen dat er bij de prijsvaststelling voor het komende jaar, voor de desbetreffende landbouwsector verbeteringen uit de bus kwamen. Een sector in Nederland, die mede door de aard van de gemeenschappelijke regeling reeds enige jaren in de kou heeft gestaan, is die van de fruitteelt. Ontwikkeling in de fruitteelt De fruitteelt kende na de oorlog een geheel eigen economische ontwikkeling. Hoewel zij ongetwijfeld van de sterke stijging van de koopkracht heeft geprofiteerd, is de verhou ding tussen vraag en aanbod vele malen ver stoord geweest door onder andere klimatolo gische omstandigheden en de structurele ont wikkeling van de fruitbranche. In perioden met hoge prijzen werden grote are alen aangeplant (1946-1952 en 1960-1965), waardoor een ontwikkeling in gang is gezet zoals men die ook in de varkenshouderij kan waarnemen en die daarom bekend staat onder de naam 'varkenscyclus'. Het gevolg daarvan was dat er periodiek lage prijzen tot stand kwamen (1952-1956 en 1964 tot nu toe). Het planten neemt hierdoor af en het rooien toe. Onafhankelijk echter van het fluctueren van de fruitprijzen is het prijspeil van de produktie- middelen sinds de oorlog voortdurend geste gen. En zie daar het probleem waarmee de fruitteelt momenteel worstelt: een te lage ren tabiliteit. Dalende cyclus nog versneld De daling van het prijspeil van de laatste jaren werd nog versneld door het tot stand komen van de gemeenschappelijke landbouwmarkt, die een steeds zwaarder wordende internatio nale concurrentie tot gevolg had, zowel tussen de EEG-partners onderling als tussen de EEG en de landen van het zuidelijk halfrond en de landen aan de Middellandse Zee. Daarnaast hebben evenals in de jaren vijftig de weersom- 603

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 9