In woorden De ontwikkelingen in oktober komen overeen met de verwachtingen die daaraan op grond van de gang van zaken in de eerste drie kwar talen konden worden gesteld. De verstrekkingen van nieuwe voorschotten lagen nog iets hoger dan in oktober 1968. Doordat ook de aflossingen hoger waren was de toeneming van de uitstaande voorschotten 2 miljoen minder groot dan in oktober 1968. Ook de kredieten in rekening-courant en de effecten vertoonden een normale ontwikkeling. Daarbij moet men bedenken dat het oktober- cijfer van 1968, voor wat de effecten betreft, voor 5 miljoen een gevolg is van overnemin gen. Voor de eerste tien maanden van 1968 is die invloed 21 miljoen. Bij de toevertrouwde middelen viel ook in de wereldspaarmaand weer een sterke spaaraan- was te constateren. Het inlegoverschot was ruim 50 procent hoger dan dat van oktober 1968. Dat betekent een voortzetting van een tendens die reeds het gehele jaar merkbaar is; ook als men de spaaraanwas van de eerste tien maanden vergelijkt met die van 1968 zon der overnemingen ziet men een verbetering van bijna 50 procent. De gang van zaken in oktober betekende uit eindelijk dat bij onze banken voor het eerst dit jaar de toeneming van de uitzettingen gro ter was dan die van de toevertrouwde midde len. Voor oktober is dat echter een normaal verschijnsel en het financieringsoverschot over de eerste tien maanden is dan ook altijd nog ruim tweemaal zo groot als in 1968. 642

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 48