der, maar al werkend ontdekte hij, dat daar
naast nog een andere soort van kunst moge
lijk is: abstracte kunst. Zijn 'Dynamische
Wand' is zo'n 'puur' kunstprodukt. Het is niets
anders dan een willekeurige, maar harmoni
sche aaneenschakeling van kleuren en kleur
vlakken, en het is met name niet de weergave
van een of ander uitgebeeld object. De schoon
heid van zo'n abstract werk is daardoor 'zui
ver': ze is niet vermengd met enige betekenis
of gelijkenis; en ook het oordeel over de
schoonheid van zo'n werk kan daardoor zui
verder zijn, want het wordt niet vertroebeld
doordat men er enige gelijkenis in zoekt of
doordat men een gezochte gelijkenis mist. Hu-
go Brouwer erkent uitdrukkelijk de waarde van
beide kunstvormen, traditioneel en abstract,
en in dat opzicht bestrijdt hij onder meer de
grote Nederlandse schilder Mondriaan, die
een eenzijdig voorstander was van de ab
stracte, niets voorstellende schilderskunst.
Men kan zich afvragen waarom Hugo Brou
wer het keramiek een 'Dynamische Wand'
noemde. De wand is immers niet te verplaat
sen! De gekozen benaming hangt samen met
de plaats en daardoor ook met de aard van
het werk. De plaatsing in een zijwand, onmid
dellijk naast een ingang, brengt mee dat prak
tisch niemand van de passanten bij het werk
blijft staan. Integendeel: ze lopen voorbij ter
wijl ze het werk zien, of omgekeerd gezegd:
het werk schuift als het ware voorbij in de
ogen van de kijker. In dat opzicht verschilt de
ze wand van een muur waar de mensen langer
naar kijken omdat ze er bij blijven staan, zoals
de muur van een halteplaats, de muren van
een hal, of zoals elke aan het einde van de
gang geplaatste dwarswand, waar men op
toeloopt. Een keramiek dat op een dergelijke
wand zou zijn aangebracht, zou de heer Brou
wer 'statisch' noemen, omdat de toeschouwer
het op een statische manier - stilstaande - in
zich opneemt.
op een dergelijke 'statische' wand kan de
kunstenaar iets uitbeelden, hij mag in een sta
tisch werk een thema leggen en hij kan die in
houd zelfs enigszins moeilijk maken door iets
ingewikkelds voor te stellen of door een sym
boliek te verstoppen achter dat wat hij eigen
lijk afbeeldt. Want stilstaande mensen zullen -
bijvoorbeeld wachtende op een trein of op
een lift - doorgaans het kunstwerk langer kun
nen bekijken dan een haastige voorbijganger
doet. De voorbijganger heeft geen tijd en hij
zoekt geen gelijkenis of thema. Hij vangt al
leen een glimp op van iets fleurigs. Daarom
maakte de heer Brouwer van zijn dynamische
wand een levendig spel van vlakken, die ver
schillen in diepte, vorm en kleur, maar hij
maakte van het werk geen afbeelding.
Hugo Brouwer's bijdrage aan de bank is be
doeld als een boeket bloemen, onmiddellijk
bij de entrée.
622