Hugo Brouwer's 'dynamische wand' Een groot en opvallend kunstwerk in de cen trale bank is de sierwand, die de schilder en beeldhouwer Hugo Brouwer maakte voor de personeelsingang. Het is een wandbekleding in geglazuurd terra cotta, waarvan zelfs de meest gehaaste voorbijganger onwillekeurig een glimp opvangt. Het werk meet drie bij ze ven meter, het is een duidelijk voorbeeld van zuiver 'abstracte' kunst - het stelt dus niet iets anders voor - maar het maakt met zijn grillige vormen en ook door zijn kleurenrijkdom een enigszins feestelijke indruk. Dat was ook de opzet van de beeldhouwer, die dit werk een 'Dynamische Wand' noemde. Uit zijn toelichting blijkt dat de heer Brouwer meer is dan alleen een kunstenaar op het spe ciale terrein van schilderen of beeldhouwen - hij is ook een levenskunstenaar. 'Bij het ma ken van deze wand' - zo zegt de heer Brouwer met een glimlach - 'heb ik gedacht aan al die haastige mensen, die 's morgens recht uit hun bed en nog slaperig, met hun boterhammetjes in de tas, zich naar het werk spoeden. Voordat hun werkdag begint hebben ze even iets fleu rigs nodig, een kleurige indruk, als van een feest. En 's avonds is dat weer hetzelfde: ze gaan dan enigszins uitgeblust naar huis. De kleurenrijkdom van deze wand biedt dan even een vrolijke aanblik. Het is een speels element in het leven van harde werkers. Hugo Brouwer is een ontwikkeld man, die zijn gedachten op duidelijke wijze onder woorden brengt en die ook helder uiteenzet wat kunst is en hoe de kunst in dienst moet staan van de schoonheid, die een weergave is van de eeuwige harmonie, er vallen zelfs latijnse ter men als 'recta ratio factibilium': 'het juiste inzicht (van de artiest) over de te maken din gen'. Gedurende zeven jaren is hij werkzaam geweest in het onderwijs. Zijn werk toont een zekere mildheid, die ook duidelijk blijkt uit de tekenende visie die hij geeft op zijn onder wijsjaren: 'Ja, ik ben jaren onderwijzer ge weest in Roosendaal. Maar de kunst boeide mij toch het meest. Mijn leerlingen gingen alle maal over want ik kon het nooit over mijn hart verkrijgen iemand te laten zitten. Maar de man die mijn leerlingen daarna kreeg, wilde ze vaak niet allemaal. Volgens hem waren sommigen te slecht. De oplossing was toen deze, dat ik méé overging naar de volgende klas. Er waren op die school zeven klassen en ik ben dus zes jaar mee overgegaan, daarna gingen mijn leerlingen eraf. Toen ben ik er zelf ook maar uitgestapt: ik ben toen naar München gegaan, naar de academie'. Op eenzelfde ruime en begrijpende, zelfs iet wat ironische wijze oordeelt Hugo Brouwer over de diverse soorten kunstwerken. Zelf was hij oorspronkelijk een traditioneel schil- 619

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 25