ONTWIKKELINGS-
EN SANERINGSFONDS
VOOR HET MIDDEN- EN
KLEINBEDRIJF
1968
De Stichting Ontwikkelingsfonds voor het Mid
den- en Kleinbedrijf heeft in 1968 13.221 aan
vragen voor bedrijfsbeëindigingshulp ontvan
gen. Hiervan werden er 12.540 in behandeling
genomen. Het grootste aantal aanvragen kwam
uit de kruideniersbranche, namelijk 1.658. In de
detailhandel volgden dan de branches aard
appelen, groente en fruit (691), vaste brand
stoffen (595), textielgoederen (547), tabaksar
tikelen (539), broodbakkerijen (416), rijwielen
en motoren (369) en de slagerijen (309). In de
ambachtelijke en dienstverlenende sector
kwamen de meeste aanvragen uit het kappers-
bedrijf (620), gevolgd door het schoenrepara
tiebedrijf (452), het maatkledingbedrijf (272),
het aannemersbedrijf (200), het schildersbe
drijf (176) en de metaalbewerkende bedrijven
en smeden (154). De meeste aanvragen waren
afkomstig uit de provincie Noord-Brabant, de
minste uit Zeeland.
Het jaarverslag geeft overzichten van de in
1968 genomen beslissingen met betrekking
tot de individuele en de collectieve ontwikke
lingshulp, de verdeling van de aanvragen naar
branche en regio en een overzicht van de
op basis van de ontwikkelingshulp toegeken
de gegarandeerde kredieten. Volgens het jaar
verslag is het bestuur van de Stichting Ont
wikkeling en Sanering voor het Midden- en
Kleinbedrijf niet zonder zorgen over het ge
ringe effect van de ontwikkelingshulp en de
ontoereikende hulp bij het beëindigen van een
bedrijf.
In het kader van de ontwikkelingshulp vindt
het ontwikkelingskrediet weinig toepassing.
Bij de beoordeling van een aanvraag voor een
ontwikkelingskrediet dient men zich allereerst
af te vragen of er voor de betrokken onderne
ming voldoende ontplooiingsmogelijkheden
zijn. In de meeste gevallen, zeker indien men
-560