280 miljoen gulden schatkistpapier van de Ne- derlandsche Bank terug te kopen, zodat uit dien hoofde nog maar 220 miljoen gulden van het seizoenarrangement met de Nederland- sche Bank liep. Op 15 september sloeg de balans weer dui delijk om ten voordele van de banken. Op die dag had het rijk circa 350 miljoen gulden uit het gemeentefonds op de markt gebracht. De banken konden weer een gedeelte van de op genomen voorschotten bij de Nederlandsche Bank aflossen (217 miljoen gulden), daardoor kwamen de totale voorschotten op 519 miljoen gulden. De middelen van de banken - volgens dezelfde weekstaat - zouden voldoende ge weest zijn om nog eens zo'n bedrag bij de Nederlandsche Bank af te lossen, ware het niet dat diverse banken vanaf die dag andere verplichtingen hadden. De toelaatbare expansie van de korte krediet verlening was voor de periode van mei tot en met augustus 1969 op nihil vastgesteld. Vol gens de bekendmaking van de Nederlandsche Bank ging de kredietverlening van de handels banken en de landbouwkredietbanken te za- men ultimo juli deze norm van de toelaatbare kredietexpansie te boven. In verband met deze overschrijding zouden de bankinstellingen die niet aan deze norm voldeden bij de Neder landsche Bank van 15 september tot 15 okto ber een renteloos deposito moeten aanhouden tot een bedrag van 144 miljoen gulden gemid deld per dag. Het spreekt vanzelf dat een dergelijke ver plichting voor een gunstige ontwikkeling van de geldmarkt zeer belemmerend werkt. Dat op 15 september het saldo van de banken 229 miljoen gulden beliep kan er op wijzen dat di verse banken deze 'schuld' versneld wilden inlossen. Door de hoge daggeldrente (tot 8'/2 procent) die hiervoor moest worden betaald zou misschien uitstel tot een goedkoper tijdstip meer acceptabel lijken. Aan de andere kant zou een vergrote vraag op het einde van de depositoperiode de callrente kunnen doen uit lopen, tot nog absurder hoogten. Elke bank moest volgens eigen inzicht te werk gaan. Desondanks liep de callrente vanaf 15 sep tember geleidelijk aan terug tot zelfs even 6% procent, dus gelijk aan het officiële tarief (waarin ook in deze periode geen wijziging werd gebracht). De schatkist had het per 15 september weer zeer moeilijk. Er werd voor 280 miljoen gulden aan schat kistpapier bij de Nederlandsche Bank onder gebracht, waardoor het seizoenarrangement weer volledig werd gebruikt. Bovendien liep het saldo van het rijk met 21 miljoen gul den terug tot 11 miljoen gulden. Al met al was het tekort van het rijk en de banken samen op die dag nog zeer groot, namelijk 925 miljoen gulden. Een verschuiving ten gunste van het rijk zat weer in de lucht wanneer de vennootschaps belasting zou moeten worden betaald. Deze betalingen zouden dan moeten gaan ten koste van de banken, die het liquiditeitstekort zou den moeten dragen. Toen de bankbiljettenuitzetting in verband met de septemberultimo begon, was de lichte ont spanning snel verdwenen. Klinkende prijzen voor daggeld, variërend van 71/2 tot zelf 81/2 procent, werden weer 'normaal'. Dat de geld markt krap was bleek ook uit andere prijzen. Voor kasgeld voor perioden variërend van één tot twaalf maanden werd van 91/2 tot 101/8 pro cent geboden. Zeifs op deze uiterst aantrek kelijke prijzen was echter weinig affaire af te 539

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 61