Geld
markt
Weinig gewijzigd beeld
Het leek er in september soms op dat ver
lichtende factoren hun invloed op de geld
markt zouden doen gevoelen. Het was echter
slechts een stellige hoop, die door bijna gelijk
tijdig optredende verkrappende factoren snel
in mist opging. Deze maand week het geld
marktbeeld per saldo dan ook weinig af van
dat van de afgelopen maanden.
De banken
De verkorte balans van de Nederlandsche
Bank per 1 september gaf enige hoop op een
ontspanning op de geldmarkt. Gewend geraakt
aan absurd hoge voorschotten, welke de ban
ken in de afgelopen maanden vaak moesten
opnemen bij de Nederlandsche Bank, was een
debetstand van per saldo circa 580 miljoen
gulden goed 'verteerbaar'. Vooral met het oog
op de te verwachten terugvloeiing van onge
veer 300 miljoen gulden aan bankpapier, de
lossingen en rentebetalingen op de staats
schuld alsmede per 15 september de maande
lijks terugkerende betalingen van het rijk aan
de gemeenten uit het gemeentefonds, leek dit
optimisme op zijn plaats. In totaal zouden de
banken door een en ander voor circa 800 mil
joen gulden middelen vergaren!
De schatkist
Het rijk had op 1 september volledig van zijn
seizoenarrangement met de Nederlandsche
Bank gebruik gemaakt: het had voor 500 mil
joen gulden aan schatkistpromessen bij de
Bank ondergebracht. Het creditsaldo van de
schatkist beliep daarbij slechts bijna 20 mil
joen gulden. Ook het rijk had in de loop van
september wegens onder andere allerlei be
lastingontvangsten, verruimingsmogelijkheden
in het vooruitzicht.
Het totale tekort, inclusief dat van de schatkist,
liet zich zo per 1 september begroten op ruim
1.060 miljoen gulden. In het verloop van de
volgende weken, kwam blijkens de opeenvol
gende weekcijfers van de Nederlandsche
Bank in de totale geldmarktsituatie echter
weinig verandering. Het waren slechts ver
schuivingen tussen de schatkist en de ban
ken, die beide partijen om de beurt even enige
lucht gaven.
Op 8 september spraken de cijfers ten voor
dele van het rijk. Het terugkerende bankpa
pier was voor de banken niet voldoende om
de vele belastingbetalingen te kunnen verrich
ten. De banken waren genoodzaakt voor 138
miljoen gulden voorschotten op te nemen zo
dat de totale voorschotten tot 736 miljoen gul
den opliepen. Het rijk werd er beter van; het
was door genoemde ontvangsten in staat om
538