(Sjooi tmaar in mijn pet!
Een cliënt van een der vele bankkantoren in
Nederland ontving onderstaande brief op een
aanmaning die hij aan een zijner debiteuren
zond.
In antwoord op uw schrijven d.d. 31 maart
jongstleden deel ik u mede dat ik bij het beta
len van mijn schulden een vast systeem volg,
waarvan ik ook in uw geval echt niet kan afwij
ken. Een korte uitleg van dit systeem zal de
zaak misschien verduidelijken. Éénmaal per
maand reken ik uit hoeveel geld er beschik
baar is voor het afbetalen der schulden. Aan
gezien tengevolge van mijn slechte financiële
toestand dit bedrag altijd veel te klein is, heb
ik een manier gezocht en gevonden, om de
schulden die ik wél betalen kan zo eerlijk mo
gelijk te verdelen, zonder daarbij de ene
schuldeiser te bevoordelen ten opzichte van de
andere. Zoals bij alles wat ik doe, is ook hier
mijn devies: 'Eerlijk duurt het langst'. Dus
schrijf ik de namen van de schuldeisers en de
bedragen der schulden op stukjes papier, die
ik dan dichtvouw en in een oude hoed depo
neer. Die hoed wordt goed geschud, waarna
mijn vrouw steeds een 'lot' uit de hoed trekt
en naam en bedrag opleest, wat dan door mij
wordt opgeschreven. Dit gaat zo door, totdat
het bedrag dat voor schulden beschikbaar is,
bereikt is. De briefjes die dan nog in de hoed
liggen, moeten dan helaas wachten tot de vol
gende trekking.
Nu is het zo, dat ik een hekel heb aan aan
maningen. Ik heb dan ook als vaste regel inge
voerd dat iedere schuldeiser die mij een aan
maning stuurt (of laat sturen door deurwaar
ders en dergelijke), voor straf één maand bui
ten de hoed blijft, ergo: niet aan de loting mee
kan doen. Aangezien ik het goed met u voor
heb, moet ik u er dan ook in uw eigen belang
op wijzen dat het sturen van aanmaningen (in
mijn geval tenminste) slechts een averechts
resultaat heeft. Ik zou u daarvan enige frap
pante voorbeelden kunnen noemen. Zo zijn
er ondermeer schuldeisers, die door hun con
stante stroom aanmaningen er in geslaagd zijn
zichzelf zo lang 'uit de hoed' te houden dat
tegen de tijd dat ze aan de beurt waren, de
schulden inmiddels verjaard warenIk
hoop echter van harte dat u zich niet onder
deze categorie zult scharen.
Inmiddels verblijf ik, met de meeste hoogach
ting,
Uit het maandblad van de Nederlandsche Middenstandsbank
523