acht procent belopen. Het is duidelijk dat een
dergelijke groeivermindering op haar beurt in
vloed heeft op de in- en uitvoer van ons land.
In 1970 zal, zo verwacht het Planbureau, zowel
de Nederlandse invoer als de uitvoer minder
toenemen dan in 1969 het geval was. Gold voor
het lopende jaar voor de totale invoer een
stijgingspercentage van 10,5 voor 1970 ver
wacht men een toeneming met slechts zeven
procent. In tegenstelling tot de stijging van de
uitvoer in 1969 met meer dan twaalf procent, is
voor 1970 de totale exportstijging begroot op
niet meer dan acht procent. Voor het binnenland
zal de genoemde monetaire verkrapping in
1970 onder meer leiden tot een vermindering
van de groei van de bedrijfsinvesteringen, die
in 1969 - afgezien van de voorraadvorming -
7,5 procent beliep, en die in 1970 slechts vier
procent zal belopen.
Ondanks deze beperkte stijging van de bin
nenlandse bestedingen, verwacht het Planbu
reau toch ook in 1970 weer een voortzetting
van de prijsstijgingen, die in de orde van groot
te van 3,5 a 4 procent zullen liggen, terwijl
daarnaast een beperkte toeneming van de ar-
beidsproduktiviteit van drie procent zal sa
mengaan met een stijging van de loonsom per
werknemer ter grootte van zeven procent -
dus meer dan tweemaal zoveel.
Ook dit jaar is aan de eigenlijke verkenning
over 1970 een 'spoorboekje' toegevoegd,
waarin voor de jaren 1970 en 1971 is aangege
ven hoe zich de diverse becijferde groothe
den zullen ontwikkelen, ingeval men van ande
re veronderstellingen uitgaat dan die welke
aan de gegeven prognose ten grondslag lig
gen. Daaruit blijkt onder meer dat een extra
consumptieprijsstijging van één procent, in
1970 tot een flinke vermindering van de export
en tot een veel kleiner saldo op de betalingsba
lans zal leiden. Daarnaast zou daardoor in
1971 het volume van de bedrijfsinvesteringen
in vaste activa in hoge mate worden verkleind.
518