Boerenleenbank Guttecoven, geopend 14 augustus 1969
conjunctuur leidde tot een kwantitatief grote
vraag naar produkten en tot krapte op de ar
beidsmarkt. Deze verschijnselen leidden op
hun beurt (naast andere oorzaken als de BTW)
tot verhoging van prijzen en tot hoge loonei
sen. Daardoor stegen de produktiekosten en
werd de ruilvoet met het buitenland aangetast.
Vandaar het uitblijven van een aanzienlijk uit-
voersaldo met een daarbij behorende ruimere
geldvoorziening. Vandaar ook - onder meer -
de monetaire verkrapping en de aanhoudende
hoge rente.
Overigens is Nederland niet het enige land
dat vecht tegen loon- en prijsinflatie en dat op
dit terrein maatregelen neemt via een hoog
disconto, kredietbeperking en via de over
heidsbegroting, met name door belastingmaat
regelen ter beheersing van de conjuncturele
impuls die de overheidsuitgaven met zich mee
kunnen brengen.
De gevolgen van deze gang van zaken zullen
in 1970 niet uitblijven. Als er in het bedrijfsle
ven minder geld binnenstroomt, (van krediet-
gevende banken of omdat de overheid op
drachten verstrekt) zullen de bedrijven minder
produkten aankopen of verhandelen. Gemeten
naar de betekenis voor ons land steeg het ni
veau van de wereldhandel in de jaren 1968 en
1969 met telkens 13 procent. In 1970 echter zal
de stijging naar men verwacht niet meer dan
517