1970 ECO NOMIE De moeilijkheid die in de Nederlandse econo mie op dit moment meer op de voorgrond treedt dan enige andere, is de voortdurende dreiging van het stijgende prijsniveau. Zij be dreigt niet alleen onze interne economie maar ook onze concurrentiepositie. In 1969 zal de arbeidsproduktiviteit in ons land weer stij gen, en wel met ongeveer vier procent. Daar tegenover staat een stijging van de loonsom per werknemer die dit jaar - met inbegrip van duurtetoeslagen - niet minder dan tien procent bedraagt. Een onmiddellijk gevolg daarvan is een stijging van de loonkosten per eenheid produkt: in de verwerkende industrie in Neder land zal de stijging drie procent belopen en dat is meer dan 2,5 procent die dezelfde kosten stijging in het concurrerende buitenland be draagt. Daarmee zal de concurrentiepositie van ons land in de loop van 1969 opnieuw worden ver zwakt. De vroegere president van de Neder- landsche Bank, dr. Holtrop, heeft daarop nog onlangs geattendeerd in een vergelijking van onze huidige concurrentiepositie met die ten tijde van de vroegere opwaardering van de Duitse mark in 1961. Toen kon ook Neder land de gulden in waarde doen toenemen. Op dit moment acht dr. Holtrop een dergelijk na volgen van de monetaire politiek van onze oosterburen veel bezwaarlijker, omdat de sindsdien sterk verminderde concurrentiemo gelijkheden van ons land door een opwaar dering van de gulden verder zouden worden verkleind. Een van de gevolgen van de ongunstiger ge worden ruilvoet tussen Nederland en het bui tenland was het beperkte saldo van de lopen de rekening op de betalingsbalans, die ondanks een sterk gestegen uitvoer, in 1969 nauwelijks een groter overschot te zien zal geven dan in 1968. Een van de gevolgen daarvan is een uit blijven van een ruimere geldvoorziening en het heersende tekort aan kapitaal, nog ver sterkt door de geldende kredietbeperkings- voorschriften voor de banken en door een fi nancieringsbeleid van de overheid dat tot slechts weinig liquiditeitscreatie leidde. Het is duidelijk dat dergelijke factoren leiden tot een monetaire verkrapping, waardoor de kapitaal marktrente op het thans heersende, ongekend hoge niveau wordt gehandhaafd. Kernachtig drukt het Centraal Planbureau dit gebeuren aldus uit, dat 'de volumeconjunctuur ten dele is overgegaan in een prijzenconjunc- tuur'. De sinds 1967 ononderbroken gunstige 516

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 38