Midden- en kleinbedrijf
EN DE BEGROTING 1970
Detailhandel
In de jaren 1966 tot en met 1968 steeg de
waarde van de consumptieve bestedingen van
de Nederlandse bevolking met respectievelijk
10,8 en 8 procent. Een zeer groot gedeelte van
deze bestedingen vindt plaats in de detailhan
del. Met het stijgen van de welvaart wordt
echter een steeds groter deel van het inkomen
op een andere wijze dan via de detailhandel
besteed (bijvoorbeeld: reizen in binnen- en
buitenland, verzekering enzovoort). De omzet
stijging in de detailhandel beliep in de ge
noemde jaren 8,5 en 7 procent. Corrigeert men
deze cijfers voor de prijsstijgingen dan res
teert een toeneming van het omzetvolume van
respectievelijk 2,2 en 4,5 procent. De sterke
groei in 1968 wordt verklaard door het voor
aankopen van vooral duurzame consumptie
goederen in verband met de dreigende prijs
stijgingen na de invoering van de BTW per 1
januari 1969.
Vooral in de voedings- en genotmiddelensec
tor is de omzettoeneming van de detailhandel
kleiner dan bij het grootbedrijf. Het marktaan
deel van het midden- en kleinbedrijf in deze
sector loopt nog steeds enigszins terug (1967
80 procent). Voor de duurzame gebruiksgoe
deren is het verschil in omzettoeneming min
der duidelijk. Waarschijnlijk, aldus de minister,
heeft het midden- en kleinbedrijf zijn aandeel
(65 procent) vrijwel weten te handhaven. Voor
het jaar 1968 mag worden aangenomen dat de
toeneming van de geldomzetten door de lichte
stijging in de brutomarge en een gelijkblijven
de kostenstijging een grotere nettowinst zal
opleveren dan in 1967 (7,5 procent voor de
totale detailhandel). Voor 1969 is een ver
groting van de winst veel minder waarschijnlijk
als gevolg van de kostenstijging, en de reactie
op de anticipatieaankopen tegen het einde van
1968.
Het aantal verkoopplaatsen is in 1968 sneller
gedaald, dan in de voorgaande jaren, namelijk
met 4.500 (gemiddeld 1965-1967 2.800 per
jaar), hetgeen ongetwijfeld moet worden toe
geschreven aan het voor het eerst op gang
komen van de activiteiten van het Ontwikke-
lings- en Saneringsfonds voor het Midden- en
Kleinbedrijf. In 1968 werden 2.500 aanvragen
voor beëindigingshulp door het fonds goed
gekeurd.
501