WONINGBOUW IN 1970 Vaak is de afgelopen jaren gezegd dat de bouwnijverheid de sluitpost van de begroting is. Hiermee werd dan bedoeld dat het beleid van de minister van bouwnijverheid in sterke mate werd bepaald door de economische gang van zaken in een bepaald jaar. Ook dit jaar zien wij dat er met het oog op de alge meen-economische toestand maatregelen ge troffen moeten worden, die het evenwicht op de bouwmarkt niet bevorderen. Met dit laatste doelen wij vooral op het ver schuiven van de geplande huurverhoging van 1 januari naar 1 juli. Een evenwichtig bouwbe leid is bij de huidige hoge bouwprijzen slechts mogelijk door aanzienlijk hogere huren. Deze zullen echter de draagkracht van een aantal huurders te boven gaan. De minister is daarom van plan medio 1970 een systeem van aanvul lende individuele huursubsidies te lanceren. Hij wil tevens bevorderen dat de goedkoopste woningen vrijkomen voor de minst draagkrach- tigen en hij zal daarvoor nagaan in hoeverre en in welke vorm het mogelijk zal zijn de meer draagkrachtige bewoners van goedkope wo ningen te belasten. Met de ombuiging van het subsidiebeleid naar de individuele sfeer, heeft de minister ook wij ziging gebracht in de voorwaarden van de te verstrekken woningwetleningen. De rente daarvan heeft altijd laag gelegen, maar wordt nu op marktniveau gebracht. De huurprijs van woningwetwoningen zal hierdoor hoger wor den, waardoor degenen die niet in aanmer king komen voor huursubsidies, een meer reële huur gaan betalen. Bouwprogramma Voor 1970 zal ernaar worden gestreefd 125.000 woningen in uitvoering te nemen, waarvan 25.000 woningen zonder subsidie. Van de 100.000 te subsidiëren woningen zullen 45.000 woningwetwoningen met rijksleningen en 55.000 gesubsidieerde particuliere woningen worden gebouwd. Van deze laatste zullen er 10.000 voor de verhuur gebouwd worden door woningbouwcorporaties. 498

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 20