Structuurbeleid
van de EEG
kritisch bezien
LANDBOUW. ECONOMISCH NIEUWS
Vorige maand stonden wij in deze rubriek uit
voerig stil bij de standpunten en alternatieven
ten aanzien van het Plan-Mansholt. Niettemin
menen wij er goed aan te doen de nota van
minister Lardinois betreffende dit plan, die
hij zijn begrotingsstukken deed vergezellen,
nader toe te lichten. Dit is des te meer van be
lang omdat hierin duidelijk de standpunten
van de Nederlandse regering, die bij de be
spreking tegen het einde van dit jaar in Brus
sel zeker ter tafel zullen worden gebracht, naar
voren komen.
Minister Lardinois begint zijn nota met op te
merken dat de EEG zich tot dusver voor wat
betreft de landbouw, heeft beperkt tot het tot
stand brengen van het gemeenschappelijke
markt- en prijsbeleid. Zij zal echter, wil men
althans met een wereldregeling voor land-
bouwprodukten ernst maken, nog wijzigingen
moeten ondergaan. Daarnaast is de integratie
op andere terreinen nog zo weinig voortge
schreden, dat de moeizaam tot stand gebrachte
regelingen en ontwerpen op losse schroeven
kunnen komen staan, zoals momenteel door de
herwaardering van de verschillende Europese
valuta's.
Met het oog op het bovenstaande is minister
Lardinois gelukkig met plannen die reeds eni
ge tijd bestudeerd worden om structurele
veranderingen in de landbouw in een versneld
tempo ten uitvoer te brengen.
Analyse landbouwsituatie
Wil de inkomenssituatie in de landbouw gron
dig verbeteren, dan zal de arbeidsprodukti-
viteit krachtig moeten toenemen. Een van de
fundamentele voorwaarden hiervoor is: de af
vloeiing van - zoals het memorandum zegt -
vijf miljoen arbeidskrachten uit de landbouw.
Of dit te realiseren is, hangt af van al of niet
voldoende vervangende werkgelegenheid.
Ook zal er iets gedaan moeten worden aan
de bedrijfsstructuren in de landbouw. De be-
drijfsgrootte wijzigde zich na de oorlog nage
noeg niet. De produktiviteit kon stijgen door
dat arbeid vervangen kon worden door kapi
taal. Deze vervanging is niet meer mogelijk nu
vaak alleen nog maar de ondernemer op het
bedrijf werkt. Voor een deel heeft een aantal
bedrijven de arbeidsproduktiviteit kunnen op
voeren door het intensiever benutten van de
grond of door de uitbreiding van niet aan de
grond gebonden takken van produktie. Vooral
de kleine bedrijven hebben hierdoor kans ge
zien hun inkomen op te vijzelen. Deze gang
van zaken heeft echter geleid tot overpro-
duktie in enige sectoren.
De minister meent dat de tijd van produceren
op kleine schaal voorbij is en dat de produkti-
viteitsstijging in vele gebieden van de EEG
489