Dat is inderdaad het geval. Wij maken overi gens sinds jaren geen onderscheid terzake van de tariefstelling bij de kredietverlening tussen leden en niet-leden. Wij maken wel onder scheid tussen bedrijfsfinanciering voor de landbouw en buiten de landbouw; ook heb ben wij aparte tarieven voor de financiering van de particuliere woningbouw en andere vormen van kredietverlening. Uiteraard is er, onafhankelijk van dit alles, onderscheid naar gelang van de zekerheid, die wordt gesteld. Het kan wel voorkomen dat een middenstan der voor een krediet, dat overigens op dezelf de voorwaarden wordt verleend, een hoger tarief betaalt dan een land- en tuinbouwer. Hiermede wordt tegemoet gekomen aan het bezwaar dat de rentelast in de landbouw vaak zwaarder weegt dan bij andere bedrijven, doordat in de eerste sector de omloopsnel heid van het kapitaal zeer gering is. De land bouw kan daarom in het algemeen goedkoper terecht bij de boerenleenbanken en raiffeisen- banken dan bij de handelsbanken. Daarnaast spelen andere factoren een rol die dit ver schil in tariefstelling rechtvaardigen. In de eerste plaats is de landbouw sinds de jaren '30 een beschermde bedrijfstak; financiering van agrarische bedrijven brengt daardoor min der risico met zich dan die van de niet-agra- rische sector. Voorts ligt in de landbouw de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen in het algemeen veel gunstiger dan bij de mid denstand. Dit geldt ook voor de tuinbouw, al is daar de investeringsdrang - doordat de tuin der zich meer als een ondernemer gedraagt dan de doorsnee landbouwer - altijd groter geweest dan bij de overige landbouwbedrij ven. Bij de middenstanders daarentegen doet zich vaak het probleem voor, hoe de boerenleen bank als financierende instelling voldoende zekerheden kan krijgen. De verhouding eigen tot vreemd vermogen is in de middenstands sector veelal ongunstiger dan in de landbouw. Omtrent die zekerheden kan nog worden op gemerkt dat de persoonlijke borgstelling als zekerheidsinstrument vrijwel is verdwenen door de toepassing van de kredietverzekering en de institutionele borgstelling. De krediet verzekering is geïntroduceerd als een middel om de financieringsmogelijkheden voor de landbouw te verruimen. Vervolgens is deze toegepast op de middenstandsfinanciering en ten slotte voor de persoonlijke lening. Dankzij het instrument van de kredietverzekering heeft de boerenleenbank het aantal persoonlijke le ningen zo sterk kunnen uitbreiden. Bij de tariefstelling door de boerenleenbanken moeten wij wel in het oog houden dat de markt verhoudingen bepalend zijn voor de prijs van de 'grondstof'. Wij moeten daarvoor dan ook praktisch hetzelfde betalen als elke andere financiële instelling die op de markt zijn finan cieringsmiddelen verwerft. De boerenleenban ken kunnen nu in doorsnee ook niet goedko per werken dan andere banken. De salarië ring van het personeel, zowel bij de Centrale Bank als bij de boerenleenbanken, moet ge schieden volgens de in het bankwezen alge meen geldende voorwaarden. Wij moeten er dus voor zorgen dat wij met de modernste middelen werken om zo goedkoop mogelijk te zijn. Daarbij zijn wij erop uit onze financie ringsmogelijkheden en in het algemeen onze banktechnische mogelijkheden ter beschik king te stellen van iedereen. Wij behandelen kleine en grote posten - zowel wat betreft de kredietverlening als de deposito's en spaar- 425

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 7