it maar blijft zichzelf
saties doet zich een schaalvergroting voor,
die niet alleen de vraag naar investeringsmid
delen maar ook naar kredieten voor bedrijfs
kapitaal doet toenemen. Niettemin daalt, even
als bij de land- en tuinbouw, het percentage
van de kredieten aan de landbouwcoöpera
ties in het totale bedrag dat de boerenleen
banken aan financieringsmiddelen verschaf
fen. Door de concentratie bij coöperaties en
de steeds grotere bedragen, die met de finan
ciering van deze ondernemingen zijn gemoeid,
neemt de Centrale Bank tegenwoordig een
groter deel daarvan voor haar rekening dan
de plaatselijke boerenleenbanken. De boeren
leenbanken vormen nog altijd de voordeligste
financieringsbron voor de coöperaties. Er is
bij uitzondering wel eens een beroep gedaan
op de open kapitaalmarkt - in ons werkgebied
bijvoorbeeld door de Centrale Handelsvereni
ging te Veghel in de jaren '50 - maar de tarie
ven en de bijkomende kosten maken een der
gelijke methode van financiering relatief duur.
Legt u bij de kiedietverlening aan de coöpera
ties ook bepaalde maatstaven aan, waardoor
de vorming van eigen vermogen wordt bevor
derd of het samengaan met andere coöpera
ties wordt gestimuleerd?
Natuurlijk bezien wij de verhouding tussen
eigen en vreemd vermogen. Daarbij nemen wij
de aansprakelijkheid van de leden van de be
trokken coöperaties mede in aanmerking. Wij
beschouwen deze - meer dan andere financië
le instellingen - als een reële grondslag voor
de financiering. Wij wenden voorts zo nodig on
ze invloed aan terzake van de interne bedrijfs
organisatie. Met name achten wij het van groot
belang dat de ondernemingen beschikken over
een goede administratieve organisatie en een
interne controle. Onze voorwaarden te dien
aanzien worden echter uitsluitend gesteld uit
het gezichtspunt van de bankier: wij moeten in
de gelegenheid zijn de ontwikkeling van de
onderneming op de voet te volgen. De gege
vens die wij daartoe nodig hebben vormen
echter tegelijkertijd het instrument voor de di
rectie en het bestuur om een slagvaardig be
leid te voeren. Dit is bij landbouwcoöperaties
misschien meer nog dan bij andere onderne-
423