gezien een hogere prioriteit hebben. De stijging van de produktiviteit is onder meer tot stand gekomen door het toenemend ge bruik van grond- en hulpstoffen en betere teelttechnieken. Het is economisch niet ver antwoord deze teelttechnieken onbenut te la ten. Wel kan men zich afvragen of een wijzi ging in de prijsverhouding tussen eindpro- dukten en grond- en hulpstoffen geen produk- tievermindering kan bewerkstelligen. Er kleven handelspolitieke bezwaren aan, die wel eens zwaarder kunnen wegen dan de economische voordelen. Daarnaast betwijfelt dr. Maris of deze maatregel een blijvend evenwicht te weeg zal brengen tussen produktie en ver bruik op de zuivelmarkt. Dr. Maris geeft enkele maatregelen aan, die meer effect zullen sorteren om een verschui ving in de richting van de produktie te doen plaatsvinden. Op korte termijn zou afslachting van melkvee verlichting kunnen brengen, als er gelijktijdig grond aan deze produktietak ont trokken zou worden. Op lange termijn moet niet alleen, zoals dr. Mansholt voorstelt, melk vee worden bestemd voor de mesterij, maar moet men ook overschakelen op speciale vleesrassen. Als tien procent van de melk koeien in de EEG vervangen zouden worden door vleesdieren, zou er ongeveer zeven mil jard kilogram melk minder op de markt ko men, terwijl de hoeveelheid melk voor vee voer slechts met twee en een half miljard kilo gram zou teruglopen. Per zoogkoe zou dan wel een subsidie van ongeveer 350 gulden gege ven moeten worden om het aanhouden van de ze dieren aantrekkelijk te maken. Vermoedelijk zal deze subsidielast toch lager zijn dan de kosten die aan de voorstellen van de Commis sie zijn verbonden. Reacties uit overige lidstaten België Ook de Belgische Boerenbond heeft commen taar geleverd op het plan van de Europese Commissie. Aan de hand van de resultaten van maanden intensieve studie is het plan 'Doelwit 1980' aangenomen. De Boerenbond gaat er, evenals het Nederlandse Landbouw schap, van uit dat het markt- en prijsbeleid gehandhaafd moet worden, in de eerste plaats om de boer een behoorlijk inkomen te garan deren en tevens om de continuïteit van de be drijven te waarborgen. De onderlinge prijs- houdingen tussen de produkten moeten zo zijn dat zij hierdoor de produktie in de gewenste richting sturen, waardoor structurele over schotten vermeden worden. Als er toch over schotten ontstaan, moet de landbouw bereid zijn de financiële lasten hiervan mede te dra gen door lagere prijzen of door heffingen. Vol gens het plan moet de structuur van de afzet en de verwerking aangepast worden aan de wensen van de vraag. Fusies en nieuwe inves teringen zullen daartoe noodzakelijk zijn. De afvloeiing van agrariërs acht de Belgische Boerenbond onvermijdelijk, maar dan moeten er maatregelen komen om de nadelige ge volgen voor deze mensen op te vangen. De normen voor de bedrijfsgrootte genoemd in het Plan Mansholt, worden verworpen; de praktijk zelf moet de juiste produktieomvang en bedrijfsgrootte zien te vinden met als uit gangspunt het gezinsbedrijf mits dit de pro- duktiviteitsstijging bij kan houden. Ook wor den er in 'Doelwit 1980' wensen naar voren gebracht die in het sociale vlak liggen: kinder bijslag, pensioenvoorzieningen en dergelijke. 473

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 55