LANDBOUW-ECONOMISCH PLAN MANSHOLT - STELLINGNAMEN EN ALTERNATIEVEN Discussienota Het is nu bijna acht maanden geleden dat de vice-voorzitter van de Europese Commissie, Mansholt, het landbouwhervormingsprogram ma van de Commissie bekend maakte. De op zet van het plan was, de landbouw in brede kring ter discussie te stellen om zo een richt lijn te verschaffen voor een beleid dat de situ atie in de landbouw ingrijpend zou moeten ver anderen. Deze opzet mag nu al als geslaagd worden beschouwd. Immers, nooit eerder werd er zowel binnen als buiten de agrarische kring zo zwaar gedebatteerd omtrent de toe komst van de landbouw in de Europese Ge meenschap. Het is niet verwonderlijk dat de meningen daarover nogal uiteenlopen. Dit wordt in de hand gewerkt door het feit dat de landbouw in het ene land, op een hoger plan staat dan in het andere. Denk maar aan de verschillen tussen bijvoorbeeld Nederland en Italië. Zelfs binnen de grenzen van elk land verschilt de situatie in de landbouw soms van streek tot streek. Minister Lardinois De minister van Landbouw en Visserij ir. P. J. Lardinois schetste het memorandum van de Europese Commissie als: 'geen plan met con crete voorstellen maar een boekwerk met overwegingen'. Overwegingen echter die een intensieve studie en discussie door overheid en bedrijfsleven waard zijn. Enkele standpun ten over het plan heeft de minister in kamer debatten en toespraken naar voren gebracht. De minister meent dat de vrijheid van de on dernemer volledig gehandhaafd moet blijven. Dit houdt onder meer in dat de overheid hem niet kan of mag dwingen zijn bedrijf te vergro ten. Wel kan zij trachten, eventuele bezwa ren tegen bedrijfsvergroting weg te nemen door middel van subsidies en dergelijke. Het standpunt van de Europese Commissie inzake bedrijfsvergroting vond de minister te star en te eenzijdig. Hij wilde wel grotere eenheden in de landbouw maar dan in de vorm van verti cale integratie met nauwe samenwerking in de gehele produktiekolom. De afvloeiing van be- 468

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 50