Het ontwikkelings-
en Saneringsfonds
in 1968
Blijkens het jaarverslag van het Ontwikke-
lings- en Saneringsfonds is 44 miljoen gulden
besteed aan de ontwikkeling en sanering van
de landbouw. Er zijn gedurende het verslagjaar
een tweetal regelingen voor bedrijfsbeëindi
ging in het geding geweest, te weten een re
geling (Bedrijfsbeëindiging I) die een begren
zing stelde naar leeftijd van de ondernemer
inkomen en grootte van het te liquideren be
drijf, en een regeling (Bedrijfsbeëindig ing II)
die deze begrenzing niet stelde.
De belangstelling voor deze laatste regeling
is nooit erg groot geweest. Dit komt omdat
er al een aantal bedrijven in het kader van
Bedrijfsbeëindiging I is beëindigd, maar voor
al omdat, na goedkeuring voor het beëindi
gen van oen bedrijf, bij de eerste regeling een
saneringsbedrag per maand werd uitgekeerd,
zodat de ondernemer maandelijks van een uit
kering verzekerd was. Bedrijfsbeëindiging II
kent bij het beëindigen van een bedrijf, een
uitkering ineens.
Sanering
Voor de bedrijfsbeëindiging I werden 11.400
aanvragen ingediend, die in 1968 allemaal wa
ren behandeld. In totaal werden hiervan 5.100
aanvragen afgewezen of ingetrokken. Van de
452
goedgekeurde aanvragen toe beëindiging, wer
den er in 1968 bijna 600 gerealiseerd. Doordat
de oudste ondernemers doorgaans het eerst
hun bedrijf beëindigden, constateert men ean
daling van de gemiddelde leeftijd van de be
ëindigende ondernemers. De meeste in 1968
beëindigde bedrijven lagen in de klasse van 5
tot 10 hectare (48 procent). In de klasse van
10 tot 15 hectare was dat 18 procent. De ge
middelde oppervlakte van alle in 1968 beëin
digde bedrijven was 6,6 hectare. Van de vrij
gekomen gronden verwierf de Stichting Be
heer Landbouwgronden 1.340 hectare ofwel 34
procent ten behoeve van de ruilverkaveling.
Ongeveer 4 procent van de vrijgekomen grond
kreeg een niet-agrarische bestemming. De
rest werd overgedragen aan grondgebruikers
tei vergroting van hun bedrijf. De aanvragen in
het kader van Bedrijfsbeëindiging II, werden in
1968 geheel afgewerkt. Van de 735 aanvragen
werd 35 procent goedgekeurd.
Omdat de tweede regeling geen begrenzing
stelde naar leeftijd, inkomen en bedrijfsgroot-
te, bevonden zich relatief meer jonge onderne
mers onder de aanvragers. De gemiddelde
bedrijfsoppervlakte bedroeg bijna 12 hectare.
Tenslotte werden in het kader van een nieuwe
regeling 845 aanvragen ingediend, waarvan er
210 werden afgewezen of ingetrokken en 22
werden goedgekeurd.
Ontwikkeling
Eind 1968 was ruim 94 procent behandeld van
de 9.900 aanvragen voor overheidsbijdrage in
de ontwikkeling van land- en tuinbouwbedrij
ven. Deze aanvragen konden tot 1 maart 1966
worden ingediend. Hiervan werd 43 procent
aanvaard en 51 procent afgewezen. Met de