overtroffen, maar ook dat Rembrandt een fi guur zo geschilderd had, dat geen Protegenes, Appelles of Parrhasius had kunnen bedenken, 'wat een jongmensch, een Nederlander, een molenaarszoon, een baardelooze in ééne fi guur heeft gebracht en uitgedrukt'. Huygens constateerde echter ook dat Rembrandt en Lievens erg zeker van zichzelf waren. Langzamerhand kreeg Rembrandt steeds meer leerlingen. Hij kreeg Amsterdamse opdracht gevers, en met de 'Anatomische Les' van prof. Tulp had hij in Amsterdam zijn naam als por tretschilder gevestigd. Amsterdam In 1632 nam hij zijn intrek bij Hendrick Uylen- burgh in Amsterdam. In 1634 trouwde hij met de dochter van de overleden burgemeester van Leeuwarden, Saskia. In de volgende jaren legde hij een kostbare verzameling van schil derijen en curiositeiten aan. In 1639 verhuis de hij naar het tegenwoordige 'Rembrandt- huis'. De aankoop hiervan ging zijn financiële krachten eigenlijk te boven en mede door zijn verzameling kwam hij in financiële moeilijk heden. Zijn moeder en zuster stierven kort na elkaar en in 1642 stierf ook zijn vrouw. Zij schreef in haar testament dat Rembrandt van haar geld gebruik mocht maken tot zijn dood óf tot een tweede huwelijk. Rembrandt verloor leerlingen, blijkbaar zochten de jonge schil ders meesters met een lichter palet en een meer moderne vorm van schilderen. Omdat hij het huis nog niet had afbetaald, moest hij geld lenen. Ook kwam er een economische crisis in het land. Zo kwam in 1656 het faillisse ment en in 1658 de verkoop van het huis, de inventaris en de schilderijen. Uit de laatste jaren van Rembrandt zijn minder tekeningen en bijna geen etsen bekend. Van zijn doodsoor zaak weet men niets. Na zijn dood is hij in waardering gezakt. Pas de negentiende eeuw begon hem te 'her ontdekken'. De Geldwisselaar Rembrandt is uitgegaan van een bestaande voorstelling van de hebzucht; de achtergrond van de Geldwisselaar is dus inhaligheid, gie righeid. Opvallend is het contrast tussen licht en donker.Zulke kaarslichteffectenwaren geen vinding van Rembrandt, maar de manier waar op hij ze heeft uitgewerkt is wel persoonlijk. Deze effecten dienen bij Rembrandt om sfeer te scheppen en niet, zoals bij zijn voorgangers, om de vormen duidelijk te laten aftekenen. Da oude man op het schilderij draagt de trekken van Rembrandts vader. Van zijn kleding valt de kraag op. Het is een geplooide halskraag, af komstig uit de Spaanse mode van de zestien de eeuw. Na 1575 wordt deze kraag een zelf standig onderdeel van de kleding en neemt hij zo'n grote afmetingen aan dat in 1585 het woord 'molenaarsteenkraag' ontstaat. De kraag is gemaakt van fijn linnen, gevouwen en gesteven en met draad verstevigd. De Geldwisselaar bevindt zich in het Kaiser- Friedrich-museum in Berlijn. 449

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 31