'tl munten, is sinds 1830 Utrecht. De stad die als muntteken een afbeelding van de Mercurius- staf gebruikt. Mercurius was in de Grieks- Romeinse mythologie de bode van de goden en tevens de god van de handel. Hij wordt meestal afgebeeld met zijn bodestaf, een met slangen omkronkelde staf met vleugels. Sinds 7 mei 1945 staat op elke Nederlandse munt een visje als muntmeesterteken. Het symbool behorend bij muntmeester dr. Van Hengel, directeur van 's Rijks Munt in Utrecht, die zijn naam associeerde met de afbeelding van een vis. Met ingang van 1 juli jongstleden is muntmeester Van Hengel opgevolgd door dr. ir. M. van den Brandhof. De nieuwe direc teur van 's Rijks Munt bezigt als muntmeester teken een haantje. Hij koos het haantje omdat het een symbool is van de waakzaamheid. Ook houdt het verband met de naam van de heer Van den Brandhof. Immers, bij brand 'kraait de rode haan'. Het tweede deel van de naam Brand-hof is te herleiden tot hoeve of boer derij. Op elke boerderij is wel een haan te vin den. Behalve de vervanging van het 24-jaar oude visje door het nieuwbakken haantje, is de Mercuriusstaf op de nieuwe munten, vanuit een naar rechts hellende positie rechtop ko men staan. Gedurende de voorbije maanden vervaardigde de Munt vele miljoenen munten, voorzien van het nieuwe muntmeesterteken. Op korte ter mijn zullen 1,2 miljoen kwartjes, 2 miljoen dub beltjes, een half miljoen stuivers en 2,5 miljoen centen met het nieuwe symbool in omloop ge bracht zijn. Met de van het nieuwe muntmees terteken voorziene guldens en nieuwe nikkelen rijkdaalders, gebeurt binnen niet al te lange tijd hetzelfde. Zo beleeft de Nederlandse munt haar zoveel ste, zij het nauwelijks waar te nemen veran dering.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 17