van buitenlandse banken, die volgens hem
met een veel geringer rendement op het eigen
vermogen kunnen volstaan.
Aangezien de geldscheppende instellingen bij
iedere stijging van de conjunctuur uit hoofde
van sociaal-economisch toezicht worden be
perkt, worden die sectoren waarvoor de kre-
dietbeperkende maatregelen niet gelden, be
voordeeld en wordt het verschijnsel van near
banking, dat wil zeggen direct contact tussen
debiteuren en crediteuren van de bank, be
vorderd.
Dr. Van den Brink is het met de regering
eens, dat zij hogere belastingen voor de
spaarbanken en boerenleenbanken wil invoe
ren. De handelsbanken hadden overigens de
gedachte geopperd om niet langer de spaar-
instelling, maar de spaarder met een fiscale
tegemoetkoming te begunstigen.
Met hetzelfde enthousiasme waarmee mr. Van
Campen spreekt over de ervaringen met de
kredietgaranties voor de landbouw, spreekt dr.
Van den Brink over zijn ervaringen met de spe
ciale kredietregeling voor het hotelbedrijf en
de sanering van de visserijvloot. Helaas kan hij
VAN CAMPEN: ONGELIJKE MONN
Mr. Van Campen begint zijn preadvies met
een beschouwing over de grondslag waarop
het landbouwkrediet is gebaseerd: de hoeda
nigheid en werkwijze van de plaatselijke boe
renleenbanken en hun centrale instellingen.
Sedert het begin van de zestiger jaren heeft
de toenemende betekenis van de spaarbank
functie van de boerenleenbanken ruimte ge
schapen om in grotere omvang het particulie-
dit niet zeggen van het door de overheid ge
garandeerde middenstandskrediet. Hij spreekt
in dit verband van een ernstige inbreuk op de
grondbeginselen van onze markteconomie en
van een ernstige concurrentieverstoring in het
Nederlandse bankwezen. Dr. Van den Brink is
van mening dat de belangen van de midden
stand bij deze regeling centraal moeten staan.
Hij is eveneens van mening dat een uniforme
beoordeling van de aanvragen bij één instel
ling zou moeten worden gerealiseerd, zelfs al
zou dit door de Middenstandsbank moeten
gebeuren. Hij bestrijdt echter de opvatting van
de middenstandsbonden, dat de aanvragen
dan niet door speciale middenstandsdeskundi
gen zouden worden bekeken en dat de proce
dure langer zou duren. De handelsbanken zijn
bereid, de verstrekking van gegarandeerde
middenstandskredieten alleen aan de hoofd-
banken toe te staan.
Tenslotte pleit Van den Brink voor een syste
matische bestudering van het Nederlandse
bankwezen door practici uit het bankwezen en
wetenschappelijke medewerkers van de Ne-
derlandsche Bank.
IKEN, ONGELIJKE KAPPEN
re woningbezit en instellingen van plaatselijk
of regionaal nut te financieren. Daarmee heeft,
aldus mr. Van Campen, de sociale doelstelling
van het coöperatieve landbouwkrediet - met
behoud van zijn economische werkwijze - een
nieuw accent verkregen.
De sociale aspecten van het boerenleenbank-
bedrijf komen onder meer tot uiting in het
aanhouden van nauwelijks rendabele bank-
365