lijn is. Eenieder die op de kapitaalmarkt enige
kans van slagen wilde hebben moest zijn voor
waarden danig aanpassen.
Nadat de Bank voor Nederlandsche Gemeen
ten en even later de Nederlandsche Gasunie
met succes voor in totaal 250 miljoen gulden
hadden weten te bemachtigen, kwam de staat
zelve. Tegen hetzelfde percentage - 71/2 pro
cent - stond op 19 juni de inschrijving a pari
open op een staatslening, waarvan het bedrag
pas na sluiting zou worden vastgesteld. Met
deze laatste voorwaarde hield de Agent alle
eer aan zichzelf en zou formeel nooit van een
zware mislukking kunnen worden gesproken.
De minister van Financiën had echter al laten
horen dat er 200 a 250 miljoen gulden ge
raamd was, zodat men zich toch enig idee
kon vormen van de grootte van de lening.
Ondanks de niet al te grote verwachtingen,
bleek de belangstelling op de inschrijvings
dag toch wel bevredigend te zijn. Het resul
taat was in ieder geval dat het rijk kon mee
delen dat de lening 250 miljoen gulden zou
bedragen en dat er op de inschrijvingen een
geringe korting zou moeten worden toege
past. Uiteraard is niet bekend voor welk be
drag van deze lening de rijksfondsen (Alge
meen Burgerlijk Pensioenfonds, Postcheque-
en Girodienst en dergelijke) hebben inge
schreven. Uit de koersen bij de eerste ver
handeling ter beurze, waarbij op procent
beneden de inschrijvingskoers werd gehan
deld, kon de matige belangstelling beter wor
den afgeleid.
Kleine leningen
Was een 71/2 procents staatslening een pri- Bijkantoor van de boerenleenbank Oldenzaal
413