kunnen voldoen meldde het rijk zich weldra voor kasgeldleningen. Zonder veel moeite, maar natuurlijk wel tegen klinkende prijzen, wist het rijk voor circa 150 miljoen gulden kas geld op verschillende termijnen uit de markt te halen. Daarmee waren de banken de hele verruiming weer kwijt; zij moesten hun voor schotten bij de Nederlandsche Bank met 111 miljoen tot 271 miljoen gulden verhogen. De schatkist was met die kasgeldleningen nog niet uit de brand. Zij zag zich gedwongen om voor nog eens 100 miljoen gulden van het arrangement met de Nederlandsche Bank ge bruik te maken. Na dit alles was de schatkist met 38 miljoen tot 72 miljoen gulden opge vijzeld. Dollars gekocht In de volgende weken zou het terugkerend bankpapier verruimend werken voor de ban ken; belastingbetalingen zouden deze mid delen echter weer geheel opeisen. Het rijk zou de belastingontvangsten benutten om een deel van het schatkistpapier dat bij de Ne derlandsche Bank was ondergebracht, af te lossen. Door een en ander zag de situatie er per 9 juni dus niets ruimer uit. Op 16 juni moest het rijk zijn maandelijkse uitkering, zijnde circa 350 miljoen gulden, aan de gemeenten doen. Om deze uitkering te kunnen financieren moest het rijk opnieuw schatkistpromessen bij de Nederlandsche Bank onderbrengen en wel voor een bedrag van 275 miljoen gulden; desondanks liep het tegoed van de schatkist terug tot amper 20 miljoen gulden. Na deze uitkering hadden de banken er eigen lijk beter aan toe moeten zijn. Er meldde zich echter een andere factor, waardoor het welbekende krappe marktbeeld bleef bestaan. Voor grote bedragen werden in die dagen dollars bij de Nederlandsche Bank aange kocht. Wellicht onder meer om deze tegen veel hogere rente elders te kunnen uitzet ten. De Nederlandsche Bank was genood zaakt deze dollars op aanvraag te verstrek ken vanwege de hoogte van de dollarkoers. Zodra deze namelijk op een bepaald punt is aangeland - het zogenaamde interventie- punt - hebben de centrale banken van een aantal landen zich namelijk verplicht de des betreffende valuta te verkopen. Door deze dollar-verkopen zag men per 16 juni de goud en deviezenvoorraad van de Nederlandsche Bank dalen met 355 miljoen tot 6.882 miljoen gulden. De voorschotten aan de banken wa ren met 30 miljoen gulden op die datum ge stegen tot bijna 270 miljoen gulden. Met de wetenschap dat van terugkerend bankpapier niets meer was te verwachten, was een voorspelling voor de volgende we ken niet moeilijk. De nieuwe ultimo zou zich al snel doen gelden. Mede in verband met de op stapel staande vakanties in de textiel- en metaalbranche werd verwacht dat de bank- papieropvragingen circa 600 miljoen gulden zouden bedragen. Bij ontbreken van steun in enigerlei vorm zouden de banken dit slechts kunnen financieren door bij de Nederlandsche Bank nog zwaarder in het krijt te komen. Grote leningen Het is ook deze maand niet onopgemerkt ge bleven dat de rente nog steeds in stijgende 412

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 54