Deze voorbeelden wekten bij Murillo het ver langen op om ook dergelijke schone zaken te maken en hij zette daarom koers naar Vlaanderen en Engeland. Maar hij bleef echter in Madrid steken, waar hij al snel zag dat ver der reizen niet nodig was omdat de Spaanse koninklijke familie over een uitgebreide col lectie schilderijen van alle grote meesters ter wereld beschikte. Murillo bestudeerde deze schilderijen en deed er zijn voordeel mee. Zijn aarzelende manier van tekenen werd vast en gracieus, zijn coloriet, dat nogal kil en hard was geweest, werd warm en vol gloed. Tot zijn beste schilderijen behoren de 'St. An- tonius van Padua' in de kathedraal van Sevil- la, de 'St. Elisabeth van Hongarije' en de 'Verloren Zoon' in het Prado in Madrid, ter wijl het Louvre in Parijs onder meer 'De En gelenkeuken' en een 'Jonge bedelaar' van hem bezit. Dit laatste werk is een goed voor beeld uit de vele gelijksoortige schilderijen die Murillo maakte. Zijn volkskinderen, ha veloos en in lompen, halfnaakt zoals men ze alleen in de zuidelijke landen aantreft, zijn toch blijmoedig en bekoorlijk, hun armoede is niet schrijnend of afstotend. Ook in deze schilderijen is hij erop uit, het aangename en het bekoorlijke weer te geven. Zijn karakte ristiek is zonder scherpte, maar hij slaagt er in, zowel van de schildering van het lichaam als van de schildering van de kleren en van de brokken stilleven een buitengewoon gaaf geheel te maken. Als portretschilder zien wij Murillo niet of weinig; hij is de enige genreschilder van de grote Spanjaarden, maar ook in dit genre ver mijdt hij alles wat op scherpte of driestheid lijkt. De engeltjes die om de heilige maagd zweven, de jonge bedelaars, de fruitverkoop- ster en haar gezel, het zijn allemaal kinderen van één familie, rond en zacht van leden, onschuldig en opgewekt van uitdrukking. Men kan zich Murillo niet voorstellen de Grandes (de edelen) van Spanje portretterend, noch de circusartiesten, de mismaakten en de dwergen die Velasquez dikwijls schilderde. Ook kan men zich niet goed voorstellen dat hij de behaagzieke dames van het Spaanse hof met de vurige koolzwarte ogen zou schil deren die bijvoorbeeld zo graag Goya uit- beelde. Zijn onderwerpen zijn dingen uit het leven van alle dag, of alledaagse dingen uit hoger sferen. Maar ofschoon de onderwerpen die Murillo schilderde, na hem nog talloze malen herhaald zijn - zij spreken immers direct tot het gevoel - is er bijna geen schilder die er in geslaagd is, deze alledaagse onderwerpen met groter onbevangenheid te schilderen als Murillo. De stad Sevilla, waar hij gestorven is, eerde haar beroemde burger met het op richten van zijn standbeeld voor het stedelijk museum, waar het grootste deel van zijn beste werken worden bewaard. 396

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 38