DE KLEINE FRUITVERKOOPSTER UIT DE BOERENLEENBANK-KALENDER Bartholomeus Esteban de Murillo 'Bartholomeus Esteban de Murillo (1618- 1682) is ongetwijfeld na den grootmeester Velasquez, zijn iets ouderen tijdgenoot, de beroemdste der Spaansche schilders schrijft de kunsthistoricus Cornelis Veth in 1956. In derdaad is Murillo in deze streken bekender dan bijvoorbeeld Zurbaran, de Ribera en Alonso Cano, maar hij is zeker niet beter. Mu rillo werd - en wordt nog steeds - vooral in Duitsland en Engeland hogelijk gewaardeerd. Een van de meest voor de hand liggende re denen voor zijn vermaardheid is wel, dat zijn vertederende en soms zelfs wat aandoenlijke schilderijen zijn tijdgenoten bijzonder aan spraken. Het waren echt stukken die de bur ger met genoegen in zijn huiskamer kon op hangen, temeer daar het onderwerp van Mu- rillo's schilderijen meestal een variant was op enige religieuze thema's. In de tijd dat Murillo leefde (rond 1650 was de nabloei van de contra-Reformatie) waren dit - zeker een land als Spanje - heel geliefde onderwerpen. Een andere verklaring voor zijn toch wel bui ten proporties gegroeide vermaardheid ligt meer in de kwantiteit dan in de kwaliteit van zijn werken. Toen zijn leermeester, Juan de Castillo, de stad Sevilla verliet, moest de 21- jarige Murillo zelf maar zijn kostje zien op te scharrelen. Dat deed hij met groot succes. Hij schilderde grote hoeveelheden heiligen- voorstellingen, die hij verkocht aan handela ren, die vooral 's zondags na de mis goede zaken deden. Voorts vond hij een groot afzet- terrein voor zijn schilderwerken bij de kapi teins en eigenaren van schepen die naar Amerika voeren en die de Spaanse kolonis ten in dat barre en goddeloze land voorzagen van al het goede dat het vaderland te bieden had. Het is duidelijk dat deze schilderijen echter niet uitblonken door originaliteit en kunstzin. Verder verklaart het ons hoe het komt dat zoveel werken van Murillo aan gene zijde van de Atlantische Oceaan zijn te vinden. Murillo's kunstenaarsschap zou wellicht zelfs tot verval zijn geraakt als hij niet bijtijds ko pieën onder ogen had gekregen van de schil derijen van Rubens, Anthony van Dijck, Raf- faël en Correggio die Pedro de Moya, zijn voormalige medeleerling bij Juan de Castillo, meebracht uit Engeland. 394

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 36