vepercentage van 15 procent nog niet bereikt, aldus dr. Buning. Hij zag het aanvaarden van het wetsontwerp op de vennootschapsbelas ting als een vergroting van de concurrentie- ongelijkheid tussen de bondsspaarbanken en de Rijks Postspaarbank. Hij constateerde ten slotte dat het aandeel in de besparingen van de RPS en de spaarbanken achterblijft bij dat van de handelsbanken en boerenleenbanken en weet dat aan concurrentieongelijkheid. Dr Buning achtte de gezamenlijke bestudering van deze problematiek wenselijk. Dr. Buning beëindigde zijn speech met een scherpe terechtwijzing aan het adres van 'randfiguren', die met een onwaarschijnlijk hoog rentepercentage naar de gunst van de klant dingen. Hij hoopte dat de nieuwe Wet Toezicht Kredietwezen de mogelijkheid zal bieden hiertegen krachtig op te treden. DISCUSSIE Hoewel meerdere personen aan de discussie deelnamen en meerdere onderwerpen werden besproken, beperken wij ons tot de problemen die door de voorzitter van het forum, prof. Bosman, voor de discussie centraal werden gesteld. Mr. Van Campen stelde dat de gebruiker van bankdiensten de grootst mogelijke vrijheid moet hebben om zijn rekening aan te hou den bij de instelling van zijn keuze. De han delsbanken hebben een aantal gevallen ge signaleerd waarbij de PCGD duidelijk wordt bevoordeeld. De heer Reinoud, algemeen di recteur van de PTT, stelde dat de overheid sinds een jaar het standpunt inneemt dat er gelijkgerechtigdheid van betalingswijze dient te zijn. Hij vroeg echter begrip voor de PCGD, die veel pionierswerk heeft moeten verrich ten. Hij merkte overigens op dat de PCGD misschien nog wel een langere lijst zou kun nen opstellen waarin de PCGD werd gediscri mineerd. Hij noemde de massale landbouwbe- talingen van de overheid, waarbij de boeren leenbanken zijn bevoorrecht. Ten aanzien van het tweede onderwerp: de verhouding tussen de PCGD en de banken pleitte de heer Van den Brink ervoor dat de PTT eerlang de nv-vorm zou krijgen. De heer Reinoud deelde mee dat de vakbonden hier voor niet geporteerd zijn en dat men het nu zoekt in een zogenaamde rechtsvorm bij wet. Hij dacht dat door het onderbrengen van de PCGD en de PTT in afzonderlijke rechtsper sonen een zekere desintegratie zou plaats vinden. De heer Reinoud stelde dat de PTT het afgelopen jaar aan de PCGD ongeveer 83 miljoen gulden in rekening heeft gebracht, waarvan meer dan de helft het gevolg was van verrichte postbestellingen. Ten aanzien van de fiscale behandeling van de financiële instellingen werden de alterna tieven die deze instellingen aan de minister hadden doen toekomen, nog eens besproken. Daarbij wees mr. Van Campen op het feit dat niet alle bedrijven en instellingen in dezelfde mate in staat zijn de verhoogde belastingen af te wentelen. Met name voor de spaarban ken is dat moeilijk en de heer Buning stelde 374

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 16