kunnen zeggen dat de leus 'boerenland in boe renhand' half werkelijkheid, half ideaal is. Menige boer, die voor de zware lasten zit waar mee de grondeigendom voor hem gepaard gaat, zou met genoegen afstand van de eigen dom doen en op pacht overgaan, als hij er maar zeker van was dat hij die grond dan in lengte van jaren ongestoord tot zijn bedrijf zou kunnen rekenen. De gelegenheid voor pacht doet zich niet dikwijls voor. De animo aan de andere kant, namelijk van de verpachters, neemt zelfs af. De belangrijkste oorzaak daar van is het lage rendement. Grond levert een rendement op dat in vergelijking met de rente van beleggingen en zelfs met het gemiddelde aandelenrendement uitgesproken laag is. Aan de vraag van de landbouw naar pachtgrond wordt daarom niet voldaan. Integendeel, de oppervlakte verpachte grond vermindert, ten dele doordat pachters zich gedwongen zien de grond waarop zij hun bedrijf uitoefenen aan te kopen omdat de eigenaar hem kwijt wil en de pachter dan maar het zekere voor het on zekere neemt. Bestaansredenen voor een grondbank In deze situatie zou de oplossing voor een aan tal problemen gevonden kunnen worden door het oprichten van een maatschappij met als doel, gronden in eigendom te verwerven en die weer in pacht uit te geven. Zo'n grondbank zou kunnen optreden in gevallen als zojuist bedoeld: zij kan gronden aankopen en die ge lijktijdig aan de verkoper 'terugverpachten'. Een concreet voorstel daartoe is gedaan door de werkgroep 'Grondfinanciering', waarvan wij het rapport in een van de voorgaande num mers besproken hebben. Het zou op het eerste gezicht op een utopie kunnen lijken: een insti tuut dat ten voordele van de boeren werkt, dat tegelijk de kapitaalverschaffers een behoor lijk rendement belooft, en dat bovendien - zo stelt het rapport - het overheidsbeleid steunt. Zijn die drie dingen gelijktijdig te verwezen lijken? Het voordeel voor de boer Laat ons beginnen met de boer, want om hem is het te doen. Hij kan baat hebben bij een grondbank als hij door middel daarvan zijn grond zou kunnen financieren tegen lagere lasten dan die van rente en aflossing op een lening. Allereerst valt dan op te merken dat de pacht, die hij aan de grondbank betaalt, geen aflossingselement bevat. Ten tweede kan de pacht die hij betaalt lager zijn dan de thans heersende rentevoet. Vooral dat laatste is een duidelijk voordeel. Het betekent overigens niet, dat de pacht die de grondbank gaat vra gen op het lage niveau van de pachtnormen zou kunnen liggen. Op dat niveau zou men er niet op mogen rekenen, voldoende belangstel ling onder kapitaalverschaffers te trekken. Rendement van de financiers Daarmee komen wij aan de tweede groep, die van de financiers. Het rendement, dat zij uit hun deelneming in de grondbank kunnen krij gen, bevat twee elementen: de pacht en de waardestijging van de gronden die de maat schappij in eigendom heeft. Om diverse rede nen meent de werkgroep 'Grondfinanciering' dat de grondbank haar gronden in erfpacht zou moeten uitgeven. Een van die redenen is dat zij dan vrij is in de bepaling van de pachtprijs,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1969 | | pagina 7